Toen ik een jaar of vijf geleden met Akim Willems kennismaakte, tijdens een zoektocht naar gegevens over Malbroek, kon ik niet vermoeden dat ik met een dichter te doen had. Hij was in de eerste plaats voor mij iemand die een gedegen kennis had over studentikoze onderwerpen, zoals de studentenliederen en alles wat eromheen draaide.
De tijd verandert mensen niet, mensen veranderen met de tijd. Tesamen met de tijd. In de loop van de tijd. Niet door de tijd. Zo zag ik in vijf jaar een bibliofiel zachtjes tot rijping komen, niet zozeer als bibliofiel, maar eerder als auteur, die zijn weg zocht. De dichter werd tegelijkertijd wakker. Erotiek, BDSM voorop, spelen een grote rol in zijn werk.
En dan kwam ook nog de schilder bovendrijven. Eerst met frèle eenvoudige tableaus, waarin hij in niet geringe mate zijn liefde voor zijn zoontje neerlegde. Maar het gaat vooruit. Langsheen geschilderde cartoons waarin zijn onderwerpen genadeloos een kwak verf toebedeeld krijgen om zijn eigen waarheid te vertolken, zijn we nu al gekomen in projecten die in opdracht van grote sportmanifestaties uitgevoerd worden. Ondertussen dartelt hij rond op allerhande manifestaties, tentoonstellingen en kunstavonden, schildert ter plaatse, slamt gedichten recht naar de overwinning, en zelfs de Gentse Feesten zagen hem wel zitten. Of beter, staan, in een raam op de eerste verdieping.
Het onderstaande gedicht is er een dat me stil maakt. Hij mag dan wel beweren dat het "Sterven doen we later wel" moet heten, voor mij is het "het rond punt van het leven". Niet de rotonde. Ik haar rotondes. Ik wil ronde punten. Als je in Vlaanderen de weg vraagt, zegt men je dat je een kilometer verder aan trond punt den tweeden afslag moet volgen. Dat is taal die ik versta.
Sterven doen we later wel is een cyclisch gedicht, een gedicht dat je naadloos als een rondpunt bij je beginpunt brengt. Want net als in het leven kom je daar te voorschijn, kijkt verwonderd, vervolgens nieuwsgierig, dan zeer wetend naar de weg. De kunst is op het ogenblik dat de voor jou uitgestippelde weg is bepaald, mooi en elegant het rond punt te verlaten. Wat betreft de auteursrechten van dit gedicht: ik stel een trappist voor.
Sterven doen we later wel
Sterven doen we later wel,
Waren de laatste woorden die we hoorden
Voor ie weg ging, weer naar huis.
Sterven doen we later wel,
Als alle kommer, alle kwel & alle blaren op ons vel
Een eind hebben gekregen.
We zwegen & staarden naar niets
In het bijzonder.
Dood gaan dat moet iedereen.
Het blok aan zijn been dat het leven heet,
Datgene wat we deden, hetgene dat ons speet
& ook wat we niet deden toen we konden.
Jaren verslinden maanden die weken vreten.
Van maan- tot de zondag hebben dagen uren te kort
Terwijl minuut na minuut per seconde verder hort & stoot
Tot onze tikker ’t tikken stokt.
Blaas met mij zijn allerlaatste adem uit,
Tuit je lippen, rond je mond,
Hap naar adem
& doe: Pffffffffffffffffffffffffffffffff…!
Tot het ijl in je hoofd,
Tot het zwart voor je ogen,
Tot je blauw in het gezicht
& daarmee het lijk in dit gedicht wordt.
Het fraaie aan zijn eigen blogbijdrage is de afbeelding van een oude wijzerplaat. Spontaan kwam in mij de tekst, of beter dat gedeelte van de tekst dat ik nog ken, naar boven, van een gedicht en melodie dat we in het vijfde leerjaar onder leiding van meester Tuur ingelepeld kregen: mijn grootvaders klok.
Een tijd geleden heb ik gelezen dat het lied gebaseerd is op het oude gebruik dat de slingerklok stilgezet werd bij iemands overlijden. Dat kon niet zomaar, er waren gebruiken en rituelen die daarmee gepaard gingen. Waar heb ik dat weer gelezen? Dat ben ik nu weer kwijtgeraakt. Spijtig, want het was echt wel een tekst die je aanspoorde een minuutje stil te zijn, nadat je kennis gemaakt had met al die oude eerbied voor de dood, en de gewoonten die in deze omstandigheden gehandhaafd moesten worden. De klok werd als een soort van levenssymbool aanzien. Het was maar wat normaal dat de slinger dus stilgelegd werd.
Is dat alweer 5 jaar geleden?
BeantwoordenVerwijderenEn wat die Trappist betreft: u zult uw oren niet geloven, maar ik ga alcoholloos door 't leven sinds enige tijd :-)
Zijt gij, waarde collega, een net even triestig mens als ikzelf aan het worden? Is het met u zo erg gesteld? Ik weet er alles van, en alhoewel ik toch als zondig geheelonthouder door het leven te gaan, weet ik dat leven als een kluizenaar een ernstige aangelegenheid is. Een die het verstand beneveld. Een die waanbeelden opwekt. Hoed u voor de omgekeerde "Groene Duivel".
VerwijderenOk, dan zullen de auteursrechten omgezet worden in een yogurtje natuur. Kan uw weegschaal dat nog aan?