Ja, dat ik fier ben, hoeft niet meer gezegd. De beide boekdelen, een overdruk van de originele uitgave van 1895 of 1896, zijn in haast perfecte staat. Ergens heb ik gezien dat er verschillende heruitgaven zijn gebeurd, maar deze is de integrale versie, zoals de grote volkskundige Waling Dykstra zelf de boeken gezien heeft.
Op deze korte tijd heb ik alleen maar diagonaal door de boeken heengekeken, maar het belooft inderdaad het beste. Een volkse geschiedenis van Friesland laat meteen toe kennis te nemen van het ontstaan van Friesland, en daar zijn best interessante verhalen tussen. De stichters hebben een soort van Illiade gedaan, na hun vertrek uit Indië, zijn vazallen van Alexander de Grote geworden, trokken met hun 24 overblijvende schepen, na het overlijden van Iskander, die in Perzië (het huidige Iran en Irak) nog steeds alleen maar vijanden kent en niet met het bijvoegsel "De Grote" aangeduid wordt, richting Noordzee, gingen aan land in Friesland, en verdeelden na enig getouwtrek het vers gestichte rijk in drie. Horen we daar een vermenging met de echte geschiedenis van Karel de Grote?
Hoe dan ook, Friso, Saxo en Bruno stichtten respectievelijk Friesland, Saxen en Brunswijk. Het is heerlijk naïef, maar geeft de geïnteresseerde luisteraar naar de volkse verhalen toch stof tot nadenken en spreken, wanneer deze verhalen op een zomerse avond op het boerenerf, of een winterse avond aan het turfvuur verteld werden. Zoals dat nog al eens gebeurt met volkse verhalen, groeien ze na verloop van tijd wat scheef, en ook de beste snoeischaar kan niet altijd de boom in vorm houden. Op dat vlak heb ik ooit een reportage op TV gezien over Alexander, die de machtige Koning Xerxes II verslagen had, en hem net terug vond op het ogenblik dat hij stierf, achtergelaten door zijn generaals, op een eenvoudige kar. In de versie van de volksvertellers en -zangers daar in Iran of Irak was Iskander duidelijk niet meer dan een wreed krijgsman, die wij zouden vergelijken met de barbaarse Djengis Khan, die achteraf bekeken helemaal niet zo barbaars was. Wel wreed, zoals het hoorde, maar niet barbaars.
Je moet dus geschiedenis, ook volksvertellingen, met de nodige soepelheid interpreteren. En vooral trachten te begrijpen vanuit welk standpunt er verteld wordt. Is het Alexander de Grote, of toch maar beter Iskander de Wrede?
De boeken zelf zijn prachtig van uitzicht, en helaas niet van foutjes gespeend. De bladzijden 234 en 235 zijn niet afgedrukt. En de geïnteresseerde moet het doen met heel wat minder feiten over het zeer belangwekkende onderwerp Voorbehoedmiddelen. Nee, niet dat wat wij nu met een tussen-s schrijven. Het gaat er om het meer kleurrijke probleem van de duivel: "Bij het vroeger algemeene geloof dat de duivel de macht bezat en gaarne gebruikte om den mensch op allerlei wijzen te plagen en ongelukkig te maken, lag het voor de hand, dat men steeds bedacht was op het aanwenden van middelen om hem te weren of zijn werk te verijdelen." Spîjtig, wanneer ik nu nog eens in Friesland kom, zal ik nooit weten of ik de duivel wel op correcte wijze buiten de deur weet te houden. Maar misschien ben ik daardoor, welja, net daardoor, wel zelf de duivel, en de duivel zelf?
Wie kan of wil me een scan of kopie van deze bladzijden bezorgen?
Ik heb er al diagonaal in rondgeneusd, maar zal daar nog wel regelmatig terug te vinden zijn. Een aankoop om fier op te zijn, en te koesteren.
Werk van een totaal andere strekking: de Snoeks Almanakken. Ik heb nu weer tegen een spotprijsje de '97, '99, 2001 en 2003 te pakken gekregen. De notoir mooie dames binnen en buiten de boeken zijn een streling voor het oog, maar kunnen toch de aandacht van mij slecht en slechts vasthouden tot ik meer literaire onderwerpen te pakken krijg. Ook de meer algemene informatie is van een niveau dat soms erg hoog is. Diverse artikels over de diamantwinning en -handel, de Hanzes, de eerste echte handelsgemeenschappen en Kunstdiefstal als big business weten de aandacht te trekken.
Als de dames, hoe schaarser gekleed hoe liever, dan schreeuwen om aandacht, dan val ik evengoed voor die magnifieke foto van MBA-basketter Dennis Rodman van de Chicago Bulls, die dank zij zijn fantastische rebounds de finale van de play-offs 1996 wonnen. Prachtige foto van een Afro-Amerikaan, met zijn zoveelste karakterestieke hoofdtooi. Maar vooral een profiel van een sportieve beer, die met een basketbal in zijn reusachtige schoppen, weemoedig denkend "betrapt"wordt door de fotograaf. Waarschijnlijk na een minutenlang durend spelletje van lichtregeling en poseverbetering. Maar wat een foto! Zo bevatten elk van die almanakken hier en daar een prachtig uitroepteken. Het zijn wel kanjers van elk meer dan één kilo.
Deze almanakken zijn geen literatuur, maar ze doen de literatuur wel recht, door bij gezinnen in huis te komen waar een boek een vloek is, of waar er hooguit gekozen wordt uit de zeer anglofiele top-tienlijst van bestsellers. In de hoop natuurlijk dat sommige artikels toch minstens even bekeken worden, in plaats van zich te beperken tot de titel, en de zucht, och, zie, nog iets over boeken... Nochtans is ook de reeks van lijstjes zeer het bekijken waard, prijzen, overlijdens enz. En niet te vergeten, telkens ook een verhaal van bekende schrijvers.
Al iets literairder is een album, uitgegeven door Standaard Uitgeverij en P.N. Van Kampen: De Pallisers van Anthony Trollope. Maar eerst een vleugje televisie.
Nu het vleugje is voorbij, en voor het volgende eraan komt, nog wat Pallisers. Deze reeks werd op de BBC uitgezonden in zowat 1975, of 1976, toen ik nog uit mijn studentenfase moest ontsnappen, en ik dus nauwelijks televisie keek. Dat doe ik nu nog steeds niet, ergens is de student in mij altijd blijven leven, al was het alleen maar om elke avond een gezonde trappist te nuttigen. De tweede is al ongezonder, en mijn dokter vertelt mij bij elk bezoek op moederlijke wijze dat een derde dodelijk is. Ik flirt met de dood. En ook wel een beetje met mijn dokter, want zij houdt ook van literatuur.
Trollope en zijn Pallisers, een dynastie van door de auteur verzonnen politici in de Victoriaanse periode. Dat kun je zien aan de baard van Anthony, die een beetje fan was van "Chuck". Dat durfde hij dus niet bekennen, en hij nam alleen de baard over. Niet de theorie. Prijsvraag: wie was Chuck, en welke theorie verspreidde hij?
Het boek is vooral interessant omwille van de omkadering van de familiereeks, met foto's van allerlei Victoriaans gegevensmateriaal, gaande van een groepje Bobby's uit Wimbledon, over een foto van Victoria en haar omgeving naar een foto uit 1857 van boogschietende dames, die ongeweten de voorlopers waren van de vrouwenbevrijdingsbeweging, daar zij als eersten op sportieve prestaties gewaardeerd werden. Hun adelijke posities zorgden er niet voor dat de emancipatie via henzelf iets van betekenis werd. Daar waren andere, meer opofferende vrouwen voor, die zelfs voor het paard van de Koningin durfden te springen bij wijze van statement. Weer geen literatuur, eerder een zeer goede handleiding met verrassende beelden en afbeeldingen van een tijd, waarin belangwekkende auteurs belangwekkende boeken geschreven hebben.
Ons aller KVLV, de moeder van de moeder aller Vlaamse kookboeken, heeft ook hetzelfde geprobeerd met de breiboeken, het heet dan ook heel toepasselijk: breien. Maar dat is toch niet hetzelfde, is gebleken. Toen ik het zag liggen, kocht ik het in een opwelling, om mijn dochters'clubje van geitebreisters een pleziertje te doen: breien zoals door de KVLV voorgeschreven is katholiek, dus zedelijk als V gekwoteerd breien. En dat wil ik de dames niet onthouden. Als zij in heure zedeloosheid een kamelenharen truitje willen breien, zullen zij bij voorkeur een patroon uit dit Katholiek geïnspireerd boek opzoeken, zodat zij toch de lokale zeden en gebruiken niet zullen bruskeren.
En de rest van de aankoop van 13 januari laat ik weer voor een latere datum: de televisie roep me weer.
Noot: in een kamelenharen truitje ziet men de bulten nog staan.