Hoe staat het hier ook weer geformuleerd? "om de vlek op de band, de geur, het uitzicht..." De diversiteit van de boeken die ik laatst meegebracht heb is zo groot, dat ik slechts enige werken toelicht, de rest moet het gewoon met de titel doen.
Van Dirk Bracke: Touria, een davidsfonds/Infodok-uitgave voor jeugdigen van 14 jaar over een moslimmeisje dat vecht voor het recht om een beetje westerser te leven dan haar familie voorschrijft. Het boekje is slechts 64 bladzijden lang, maar in een klaar en duidelijke taal geschreven door een man die de jeugd begrijpt. Ook 56-jarigen kunnen dit boekje in één ruk uitlezen. Het overschijdt de leeftijdslimiet, hetgeen me doet denken aan die zovele boeken die ik in mijn kindertijd gelezen heb, en waarvan gezegd werd dat ze gelezen dienden te worden door de jeugd van 8 tot 88 jaar. Ik ben het er volkomen mee eens dat dit dus mogelijk is. De Stichting Nederlandse Kinderjury en de Jonge Jury hebben hun appreciatie op hun manier ook laten blijken.
Taalquizboek, eveneens van Davidsfonds, maar geallieerd met Clauwaert, door Geert Craps en Willy Smedts laat je in 370 meerkeuzevragen nadenken over de taal die wij spreken. Het boekje kadert een beetje in de kritiek die ik in mijn bericht van enige dagen geleden over het Groot Gezinsverzenboek van Jozef Deleu gegeven heb, ondermeer wat betreft het "werk" van de Nederlandse Taalunie. Een unie waarin ook Vlamingen zetelen, die zich behoorlijk op de kop laten zitten door hun Nederlandse collega's. In 1980 opgericht, zo wordt op bladzijde 21 uitgelegd, beoogt het Verdrag tot oprichting van een Nederlandse Taalunie "...de integratie van Nederland en de Vlaamse gemeenschap in België op het gebied van de Nederlandse taal en letteren in de ruimste zin.(...) Dankzij de Nederlandse Taalunie wordt de geschiedenis van het Nederlands voortaan door Nederland en Vlaanderen tesamen geschreven. Een geschiedenis zonder eind."
Moeten we daaruit besluiten dat deze geschiedenis voorheen enkel door Nederland geschreven werd? Ach, ik heb geen zin in polemiek. Ik wacht met ongeduld op de Vlaamse taalkundigen die deze draak de keel afsnijden, en ons Vlaams zijn eigen plaats geven. Met een eigen controlerend orgaan. Elk Vlaams woord dat nu in de Dikke Vandale staat, wordt denigrerend gevolgd door (gewestelijk). Alsof het woord "goesting" een pestrat is. Dat is iets gewestelijks, en gewestelijk, dat betekent: iets van ... ginder. Je kunt niet tegelijkertijd nemen en geven met dezelfde hand. Als in 1980 de samenwerking uitgeroepen wordt, bestond die dus voorheen niet. En moet ze dan nu, na 28 jaar het neerbuigend karakter maar eens achterwege laten. Gewestelijk? Onze taal is het Vlaams, niet het Gewestelijks. Ik spreek geen Nederlands, hoewel mijn taal officieel zo heet. Ik spreek Vlaams, en wil dat erkend zien. Ooit van dat volk gehoord, de Friezen? Die hadden een taal, en die hebben ze nog. Er is een prijs voor betaald. Een prijs, die ik ook wil betalen. Vlamingen Aller Landen, Verenig U.
Natuurlijk zal dat niet zomaar kunnen. Natuurlijk moeten er knopen doorgehakt worden. Problemen opgelost. Evenwichten uitgezocht en gevoeligheden vastgelegd en besproken. Hoe moet bijvoorbeeld "hebben" vervoegd worden?
Ik em, ga et, a et?
Hebbekik? heddega? 'Ettem?
Ik lach ermee, maar het is duidelijk dat West-Vlamingen of Limburgers lijnrecht tegenover mekaar zullen staan als er besluiten moeten genomen worden. Brabanders ((en om historisch-taalkundige redenen neem ik de (provinciale) Antwerpenaars daarbij)) zullen anders denken over algemene regels dan de rest van Vlaanderen. Maar het is een ideale gelegenheid om die moeilijke draak, met zijn regels, regeltjes en uitzonderingen waarop uitzonderingen vast te stellen zijn, met wortel en tak uit te roeien. Maak er iets van ons van. Beide taalgroepen zullen er beter van worden. Doe het, verdomme.
En dat allemaal om 370 meerkeuzevragen met een waarde van vijvenseventig senten....
Z.M. Koning Boudewijn in Belgisch-Congo. Onze Vorst was in 1955 voor de eerste maal in de kolonie, en de franstalige initiatiefnemers van dit lofdicht moesten in de titel reeds laten blijken dat Kongo, ook Belgisch-Kongo genoemd, een franstalige aangelegenheid des vaderlands was. Dus ging de Vorst op bezoek, altans volgens de titel, in "Belgisch-Congo". La Belgique sera latine, ou ne sera pas, is het niet? Pour les Congolais la même chose. In een franstalige tekst en context is dat volkomen gerechtvaardigd, in een Vlaamse tekst zie ik liever de K verschijnen. (De naam Kongo is - altans volgens mij - afgeleid van de naam van het het volk van de Bakongo, dat leefde aan beide zijden van de Kongo-rivier. De naam Kongo moet dus ook - altans eveneens volgens mij - met klemtoon op de eerste lettergreep uitgesproken worden, en het betreft een korte "o", zoals in "kom". De opeenvolgende franstalige regimes hebben daar anders over gedacht.)
Afgezien van dat soort van accessoire kritiek is het een heerlijk kijkboek, met weliswaar kwallerige geleiteksten, nochtans geschreven door Bernard Henry, maar met fotomateriaal, dat ervoor zorgt dat dit boekje blijvende waarde heeft voor de geschiedenisliefhebber. Wat te denken van een foto waar liefst drie Belgische koningen op prijken: de geabdiceerde Leopold III met zijn beide zonen, de regerende Boudewijn, en diens latere opvolger, de toenmalige Prins Albert, een echt document in mijn ogen. Of de foto van de merkwaardige koning van de Bakuba, Lukungu van Mushengè, een indrukwekkende man, omringd door zijn gevolg. Je moet de oudere literatuur er eens op nalezen. De Bakuba kwamen niet altijd even fraai uit de verf. Over die ontmoeting is er trouwens een apart boek verschenen: Bwana Kitoko en de Koning van de Bakuba: een vorstelijke ontmoeting op de evenaar, door Erik Raspoet.
Heel wat anders is het prentenboek/stripverhalenboek "Oudenaarde 1708" door de leerlingen van het Sint-Bernarduscollege van Oudenaarde uitgegeven naar aanleiding van de herdenking van de slag bij Oudenaarde van 1708. (trouwens, een slecht punt voor datzelfde college : men schrijft : St.-Bernarduscollege, en niet : St. Bernarduscollege !) De geschiedenis van deze veldslag wordt op een creatieve wijze uit de doeken gedaan. Mooi patchwerk door pure amateurs en vakmensen die hand in hand een gevarieerd overzicht gegeven hebben van het historische feit, maar dan op een wijze die soms een bochtje omheen de geschiedenis niet schuwt, om het ludieke element toegevoegd door een aan een project werkend groepje jongeren de plaats te geven het toekomt, en dat in de geschiedenis niet voldoende benadrukt wordt: hoe had het ook echt kunnen zijn? (want de geschiedenis beschijft alleen de lijn, niet de woorden, niet de zo talrijke daden die niet geschiedkundig zijn, maar die wel hebben plaatsgehad). Wat zeiden ze tegen mekaar? (Weten wij wat de ordonnans zei als de Generaal een bevel brulde dat duizenden mensen de dood in joeg? Welke vervloekeing sprak die man uit), Welke kemels werden er geschoten? (Is Marlbourough ooit op het slagveld verschenen met een broek met gescheurde naad, omdat de ordonnans te zat was om de boel tijdig bijeen te naaien?) Wat is de petite-histoire? (Justin? Who the fuck is Justin?) Geschiedenis wordt gemaakt door de grote namen, maar gespeeld (en ondergaan) door de kleine mens. Leuk werk door een werkgroep van het College.
Verder passeren De 200 Rijkste Belgen van Ludwig Verduyn door uitgeverij Van Halewyck de revue;
Tijdmanagement voor Dummies door Jeffrey J. Mayer is een boek (het zoveelste) waar iemand geen tijd aan besteed heeft, misschien voor hem of haar het best mogelijke gebruik van dit boek;
De drie dimensies van Waardecreatie (deel1) door Roel Bellens, E. Jan de Jonge en Henk M. Hazelhoff (opnieuw: er is geen enkele waarde mee gecreëerd, tenzij door de oorspronkelijke verkoper en de auteurs);
Niet te stelpen Licht, nieuwe religieuze Poëzie, samengesteld door Rudolf van de Perre, uitgegeven bij Davidsfonds/Clauwaert;
De Muzen hebben hun ekskuzen, Vlaamse pocket van de hand van Jos Ghysen en Louis Verbeeck, jeugdsentiment;
Leesbeesten en Boekenfeesten Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, en Biblion, door Jan van Coillie, (zucht, weer niet aangeraakt) , en op deze webstek raak besproken.
Van Dirk Bracke: Touria, een davidsfonds/Infodok-uitgave voor jeugdigen van 14 jaar over een moslimmeisje dat vecht voor het recht om een beetje westerser te leven dan haar familie voorschrijft. Het boekje is slechts 64 bladzijden lang, maar in een klaar en duidelijke taal geschreven door een man die de jeugd begrijpt. Ook 56-jarigen kunnen dit boekje in één ruk uitlezen. Het overschijdt de leeftijdslimiet, hetgeen me doet denken aan die zovele boeken die ik in mijn kindertijd gelezen heb, en waarvan gezegd werd dat ze gelezen dienden te worden door de jeugd van 8 tot 88 jaar. Ik ben het er volkomen mee eens dat dit dus mogelijk is. De Stichting Nederlandse Kinderjury en de Jonge Jury hebben hun appreciatie op hun manier ook laten blijken.
Taalquizboek, eveneens van Davidsfonds, maar geallieerd met Clauwaert, door Geert Craps en Willy Smedts laat je in 370 meerkeuzevragen nadenken over de taal die wij spreken. Het boekje kadert een beetje in de kritiek die ik in mijn bericht van enige dagen geleden over het Groot Gezinsverzenboek van Jozef Deleu gegeven heb, ondermeer wat betreft het "werk" van de Nederlandse Taalunie. Een unie waarin ook Vlamingen zetelen, die zich behoorlijk op de kop laten zitten door hun Nederlandse collega's. In 1980 opgericht, zo wordt op bladzijde 21 uitgelegd, beoogt het Verdrag tot oprichting van een Nederlandse Taalunie "...de integratie van Nederland en de Vlaamse gemeenschap in België op het gebied van de Nederlandse taal en letteren in de ruimste zin.(...) Dankzij de Nederlandse Taalunie wordt de geschiedenis van het Nederlands voortaan door Nederland en Vlaanderen tesamen geschreven. Een geschiedenis zonder eind."
Moeten we daaruit besluiten dat deze geschiedenis voorheen enkel door Nederland geschreven werd? Ach, ik heb geen zin in polemiek. Ik wacht met ongeduld op de Vlaamse taalkundigen die deze draak de keel afsnijden, en ons Vlaams zijn eigen plaats geven. Met een eigen controlerend orgaan. Elk Vlaams woord dat nu in de Dikke Vandale staat, wordt denigrerend gevolgd door (gewestelijk). Alsof het woord "goesting" een pestrat is. Dat is iets gewestelijks, en gewestelijk, dat betekent: iets van ... ginder. Je kunt niet tegelijkertijd nemen en geven met dezelfde hand. Als in 1980 de samenwerking uitgeroepen wordt, bestond die dus voorheen niet. En moet ze dan nu, na 28 jaar het neerbuigend karakter maar eens achterwege laten. Gewestelijk? Onze taal is het Vlaams, niet het Gewestelijks. Ik spreek geen Nederlands, hoewel mijn taal officieel zo heet. Ik spreek Vlaams, en wil dat erkend zien. Ooit van dat volk gehoord, de Friezen? Die hadden een taal, en die hebben ze nog. Er is een prijs voor betaald. Een prijs, die ik ook wil betalen. Vlamingen Aller Landen, Verenig U.
Natuurlijk zal dat niet zomaar kunnen. Natuurlijk moeten er knopen doorgehakt worden. Problemen opgelost. Evenwichten uitgezocht en gevoeligheden vastgelegd en besproken. Hoe moet bijvoorbeeld "hebben" vervoegd worden?
Ik em, ga et, a et?
Hebbekik? heddega? 'Ettem?
Ik lach ermee, maar het is duidelijk dat West-Vlamingen of Limburgers lijnrecht tegenover mekaar zullen staan als er besluiten moeten genomen worden. Brabanders ((en om historisch-taalkundige redenen neem ik de (provinciale) Antwerpenaars daarbij)) zullen anders denken over algemene regels dan de rest van Vlaanderen. Maar het is een ideale gelegenheid om die moeilijke draak, met zijn regels, regeltjes en uitzonderingen waarop uitzonderingen vast te stellen zijn, met wortel en tak uit te roeien. Maak er iets van ons van. Beide taalgroepen zullen er beter van worden. Doe het, verdomme.
En dat allemaal om 370 meerkeuzevragen met een waarde van vijvenseventig senten....
Z.M. Koning Boudewijn in Belgisch-Congo. Onze Vorst was in 1955 voor de eerste maal in de kolonie, en de franstalige initiatiefnemers van dit lofdicht moesten in de titel reeds laten blijken dat Kongo, ook Belgisch-Kongo genoemd, een franstalige aangelegenheid des vaderlands was. Dus ging de Vorst op bezoek, altans volgens de titel, in "Belgisch-Congo". La Belgique sera latine, ou ne sera pas, is het niet? Pour les Congolais la même chose. In een franstalige tekst en context is dat volkomen gerechtvaardigd, in een Vlaamse tekst zie ik liever de K verschijnen. (De naam Kongo is - altans volgens mij - afgeleid van de naam van het het volk van de Bakongo, dat leefde aan beide zijden van de Kongo-rivier. De naam Kongo moet dus ook - altans eveneens volgens mij - met klemtoon op de eerste lettergreep uitgesproken worden, en het betreft een korte "o", zoals in "kom". De opeenvolgende franstalige regimes hebben daar anders over gedacht.)
Afgezien van dat soort van accessoire kritiek is het een heerlijk kijkboek, met weliswaar kwallerige geleiteksten, nochtans geschreven door Bernard Henry, maar met fotomateriaal, dat ervoor zorgt dat dit boekje blijvende waarde heeft voor de geschiedenisliefhebber. Wat te denken van een foto waar liefst drie Belgische koningen op prijken: de geabdiceerde Leopold III met zijn beide zonen, de regerende Boudewijn, en diens latere opvolger, de toenmalige Prins Albert, een echt document in mijn ogen. Of de foto van de merkwaardige koning van de Bakuba, Lukungu van Mushengè, een indrukwekkende man, omringd door zijn gevolg. Je moet de oudere literatuur er eens op nalezen. De Bakuba kwamen niet altijd even fraai uit de verf. Over die ontmoeting is er trouwens een apart boek verschenen: Bwana Kitoko en de Koning van de Bakuba: een vorstelijke ontmoeting op de evenaar, door Erik Raspoet.
Heel wat anders is het prentenboek/stripverhalenboek "Oudenaarde 1708" door de leerlingen van het Sint-Bernarduscollege van Oudenaarde uitgegeven naar aanleiding van de herdenking van de slag bij Oudenaarde van 1708. (trouwens, een slecht punt voor datzelfde college : men schrijft : St.-Bernarduscollege, en niet : St. Bernarduscollege !) De geschiedenis van deze veldslag wordt op een creatieve wijze uit de doeken gedaan. Mooi patchwerk door pure amateurs en vakmensen die hand in hand een gevarieerd overzicht gegeven hebben van het historische feit, maar dan op een wijze die soms een bochtje omheen de geschiedenis niet schuwt, om het ludieke element toegevoegd door een aan een project werkend groepje jongeren de plaats te geven het toekomt, en dat in de geschiedenis niet voldoende benadrukt wordt: hoe had het ook echt kunnen zijn? (want de geschiedenis beschijft alleen de lijn, niet de woorden, niet de zo talrijke daden die niet geschiedkundig zijn, maar die wel hebben plaatsgehad). Wat zeiden ze tegen mekaar? (Weten wij wat de ordonnans zei als de Generaal een bevel brulde dat duizenden mensen de dood in joeg? Welke vervloekeing sprak die man uit), Welke kemels werden er geschoten? (Is Marlbourough ooit op het slagveld verschenen met een broek met gescheurde naad, omdat de ordonnans te zat was om de boel tijdig bijeen te naaien?) Wat is de petite-histoire? (Justin? Who the fuck is Justin?) Geschiedenis wordt gemaakt door de grote namen, maar gespeeld (en ondergaan) door de kleine mens. Leuk werk door een werkgroep van het College.
Verder passeren De 200 Rijkste Belgen van Ludwig Verduyn door uitgeverij Van Halewyck de revue;
Tijdmanagement voor Dummies door Jeffrey J. Mayer is een boek (het zoveelste) waar iemand geen tijd aan besteed heeft, misschien voor hem of haar het best mogelijke gebruik van dit boek;
De drie dimensies van Waardecreatie (deel1) door Roel Bellens, E. Jan de Jonge en Henk M. Hazelhoff (opnieuw: er is geen enkele waarde mee gecreëerd, tenzij door de oorspronkelijke verkoper en de auteurs);
Niet te stelpen Licht, nieuwe religieuze Poëzie, samengesteld door Rudolf van de Perre, uitgegeven bij Davidsfonds/Clauwaert;
De Muzen hebben hun ekskuzen, Vlaamse pocket van de hand van Jos Ghysen en Louis Verbeeck, jeugdsentiment;
Leesbeesten en Boekenfeesten Hoe werken (met) kinder- en jeugdboeken, uitgeverij Davidsfonds/Infodok, en Biblion, door Jan van Coillie, (zucht, weer niet aangeraakt) , en op deze webstek raak besproken.
UIt de reeks Koken zonder Grenzen, Het geheim van goede Wijn, een Lekturama-uitgave, gekocht omwille van mijn alcoholische hobby, en de informatieve voorstelling met tekst en foto's.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten