November, een maand die de ware boekenliefhebber zal bekoren: zo is er in Antwerpen de hoogmis van het boekenwezen bezig, maar ik ben daar in mijn leven nog maar één enkele keer geweest. Toch volg ik de actualiteit die eruit voortspruit op de voet. En er is in het algemeen het gevoel dat je naar een comfortabele zetel leidt, alle attributen die het gezellig lezen en studeren bevorderen, zoals daar zijn, (liste non-exhaustive), een kop lekkere koffie, warm en vers, een druppeltje of wat meer als het mag cognac, een ondertussen veelvuldig verdoemd genotsmiddel als een pijp en grove tabak (genotsmiddel dat ik in jaren niet meer aangeraakt heb), en enige raakgekozen composities van de klassieke meesters van de muziek. Een hond aan je voeten, een vrouw met dezelfde bezigheid als jezelf en een warme kachel om af en toe in te rammelen, en Streuvels zou er inspiratie van krijgen.
Om dergelijke momenten te vullen heb ik hier voor me liggen, een viertal boeken die me de eerstvolgende dagen zullen gezelschap houden. Ze zijn niet alle van hetzelfde belang, nee, verre van.
33 Kilo later, mijn verhaal, mijn recepten van Koen Crucke zal even ingekeken worden, voor de zoveelste maal is het fotomateriaal leuk en informatief, de recepten zullen eerder mijn vrouw inspireren dan mijzelf. Dat dit boek gewoon van het schab in de winkel op een schab in de woonkamer terecht is gekomen, om er slechts vanaf te gaan richting Kringloop, daar versta in deze keer helemaal niets van. Zo kan een bekend Oudenaards jurylid van vermaarde poëziewedstrijden die tot doel hebben de heer Jotie 'tHooft te eren enkel maar besluiten dat het boek in kwestie zelf misschien een geschenk geweest is. Plausibel. Maar het geeft me toch steeds weer een onprettig gevoel. De enige correcte reactie erop kreeg ik tot nu toe slechts van mezelf: zie maar dat je boeken die je nu zo veelvuldig koopt, niet hetzelfde lot ondergaan...
De Hond van de Baskervilles van A.C. Doyle. Uitgegeven in een reeks door het Laatste Nieuws, nummer 4 om correct te zijn. Jeugdsentiment, daar ik het verhaal in mijn studententijd gelezen heb, tezamen met zowat alles wat ik te pakken kon krijgen van deze schrijver. In die dagen waren er op TV ook meerdere afleveringen van een reeks gebaseerd op het werk van de beroemde schrijver te zien, en ik meen me dit werk te herinneren als één van de meest spannende, duistere afleveringen. Toen ik later in de bibliotheek van Hasselt, toen nog in het Begijnhof, zijn boeken ontdekte, kon ik zelfs niet tot thuis wachten: ik zette me op één van die banken aan de ingang van het domein, en las tot de avondschemering en de kou me naar huis dwongen, een fietstochje van drie kilometer, om daar vanzodra mogelijk te verdwijnen op mijn kamer, en verder te lezen, tot de schooltaken of het gezond verstand me van de lektuur weghaalden. Ook dit boek vertoont niet de minste sporen van gebruik.
De avonturen van Bill Clifford van Godfried Bomans heeft ook vroeger mijn aandacht reeds getrokken, maar ik moet tot mijn schande erbij zeggen dat ik het maar niets vond. Ik ga onderzoeken of ik dat nog steeds denk, en waarop dan nu deze mening gestoeld is. Een uitgave van Amsterdam-Elsevier-Brussel van MCMLXII, en gelezen door een zeer zorgzaam iemand. Ik ben hem daar dankbaar voor. Iets dergelijks is me ooit nog eens overkomen toen ik "Het Afscheid" van Ivo Michiels las voor school. De eerste keer was dat verplichte lektuur, en ik vond de ontleding van het boek onder leiding van Mijnheer Ceelen best leuk, maar jaren later heb ik het boek nogmaals gelezen, en toen was ik eerlijk gezegd zwaar ontgoocheld. Het was alsof het magisch-realisme van de schrijver dat ik bij de eerste lectuur nog meende aanwezig te zien, met de tijd ook vervaagd en eigenlijk helemaal verdwenen was.
Het volgende werkje is een klepper. De Hollandsche Natie, in zes zangen door J.F. Helmers, uitgegeven te Gouda Bij G.B. Van Goor. Het werk dateert van 1812, en is een bombastische lofzang op alles waar de doorsnee Hollandse Burger fier diende op te zijn: De Zedelijkheid, Heldenmoed te Land, Heldenmoed ter Zee, De Zeevaart, De Wetenschappen en de Schoone Kunsten. Het werk is niet zonder geschiedenis gebleven. De auteur heeft er een tiental jaren over gedaan, om door middel van studie tot de nodige kennis te komen om dit werk te voleinden. In die tijd lag Holland nog onder de Franse bezetting, en hier en daar heeft hij blijkbaar op zere tenen getrapt, want het boek heeft in zijn eerste editie op last van de Censuur enige verbeteringen en schrappingen gekend. Het heeft de auteur zelf bij de Nederlandse bevolking het nodige krediet bezorgd om als held op prijs gesteld te worden, want hij had de durf in zijn geschriften bepaalde Franse gevoeligheden te behandelen en aan de kaak te stellen. Zijn oorspronkelijke uitgever Van Immerzeel had minder moed, want hij is ergens anders (bij Allart) moeten gaan aankloppen om het werk te laten uitgeven. Volgens de overlevering heeft eigenlijk alleen maar zijn vroegtijdige dood ervoor gezorgd dat hij een proces vermijden kon, waarbij hij het reële gevaar liep jarenlang in het Huis van Bewaring te moeten dichten. Deze uitgave werd gedrukt bij Ipenbuur & van Seldam, is niet gedateerd, maar ik kan geen spoor van verbeteringen of verbeterbladen vinden, zodat ik met een gerust geweten kan zeggen dat dit misschien uitgave van 1812 is, daar het bijvoorbeeld ook als pocket is verschenen, iets dat toendertijd onder impuls van de uitgeverij Allart net een nieuwe rage werd om belangrijk werk in goedkope uitgave bij het grote publiek te brengen. Toch een aanwinst voor mijn afdeling poëzie.
Om dergelijke momenten te vullen heb ik hier voor me liggen, een viertal boeken die me de eerstvolgende dagen zullen gezelschap houden. Ze zijn niet alle van hetzelfde belang, nee, verre van.
33 Kilo later, mijn verhaal, mijn recepten van Koen Crucke zal even ingekeken worden, voor de zoveelste maal is het fotomateriaal leuk en informatief, de recepten zullen eerder mijn vrouw inspireren dan mijzelf. Dat dit boek gewoon van het schab in de winkel op een schab in de woonkamer terecht is gekomen, om er slechts vanaf te gaan richting Kringloop, daar versta in deze keer helemaal niets van. Zo kan een bekend Oudenaards jurylid van vermaarde poëziewedstrijden die tot doel hebben de heer Jotie 'tHooft te eren enkel maar besluiten dat het boek in kwestie zelf misschien een geschenk geweest is. Plausibel. Maar het geeft me toch steeds weer een onprettig gevoel. De enige correcte reactie erop kreeg ik tot nu toe slechts van mezelf: zie maar dat je boeken die je nu zo veelvuldig koopt, niet hetzelfde lot ondergaan...
De Hond van de Baskervilles van A.C. Doyle. Uitgegeven in een reeks door het Laatste Nieuws, nummer 4 om correct te zijn. Jeugdsentiment, daar ik het verhaal in mijn studententijd gelezen heb, tezamen met zowat alles wat ik te pakken kon krijgen van deze schrijver. In die dagen waren er op TV ook meerdere afleveringen van een reeks gebaseerd op het werk van de beroemde schrijver te zien, en ik meen me dit werk te herinneren als één van de meest spannende, duistere afleveringen. Toen ik later in de bibliotheek van Hasselt, toen nog in het Begijnhof, zijn boeken ontdekte, kon ik zelfs niet tot thuis wachten: ik zette me op één van die banken aan de ingang van het domein, en las tot de avondschemering en de kou me naar huis dwongen, een fietstochje van drie kilometer, om daar vanzodra mogelijk te verdwijnen op mijn kamer, en verder te lezen, tot de schooltaken of het gezond verstand me van de lektuur weghaalden. Ook dit boek vertoont niet de minste sporen van gebruik.
De avonturen van Bill Clifford van Godfried Bomans heeft ook vroeger mijn aandacht reeds getrokken, maar ik moet tot mijn schande erbij zeggen dat ik het maar niets vond. Ik ga onderzoeken of ik dat nog steeds denk, en waarop dan nu deze mening gestoeld is. Een uitgave van Amsterdam-Elsevier-Brussel van MCMLXII, en gelezen door een zeer zorgzaam iemand. Ik ben hem daar dankbaar voor. Iets dergelijks is me ooit nog eens overkomen toen ik "Het Afscheid" van Ivo Michiels las voor school. De eerste keer was dat verplichte lektuur, en ik vond de ontleding van het boek onder leiding van Mijnheer Ceelen best leuk, maar jaren later heb ik het boek nogmaals gelezen, en toen was ik eerlijk gezegd zwaar ontgoocheld. Het was alsof het magisch-realisme van de schrijver dat ik bij de eerste lectuur nog meende aanwezig te zien, met de tijd ook vervaagd en eigenlijk helemaal verdwenen was.
Het volgende werkje is een klepper. De Hollandsche Natie, in zes zangen door J.F. Helmers, uitgegeven te Gouda Bij G.B. Van Goor. Het werk dateert van 1812, en is een bombastische lofzang op alles waar de doorsnee Hollandse Burger fier diende op te zijn: De Zedelijkheid, Heldenmoed te Land, Heldenmoed ter Zee, De Zeevaart, De Wetenschappen en de Schoone Kunsten. Het werk is niet zonder geschiedenis gebleven. De auteur heeft er een tiental jaren over gedaan, om door middel van studie tot de nodige kennis te komen om dit werk te voleinden. In die tijd lag Holland nog onder de Franse bezetting, en hier en daar heeft hij blijkbaar op zere tenen getrapt, want het boek heeft in zijn eerste editie op last van de Censuur enige verbeteringen en schrappingen gekend. Het heeft de auteur zelf bij de Nederlandse bevolking het nodige krediet bezorgd om als held op prijs gesteld te worden, want hij had de durf in zijn geschriften bepaalde Franse gevoeligheden te behandelen en aan de kaak te stellen. Zijn oorspronkelijke uitgever Van Immerzeel had minder moed, want hij is ergens anders (bij Allart) moeten gaan aankloppen om het werk te laten uitgeven. Volgens de overlevering heeft eigenlijk alleen maar zijn vroegtijdige dood ervoor gezorgd dat hij een proces vermijden kon, waarbij hij het reële gevaar liep jarenlang in het Huis van Bewaring te moeten dichten. Deze uitgave werd gedrukt bij Ipenbuur & van Seldam, is niet gedateerd, maar ik kan geen spoor van verbeteringen of verbeterbladen vinden, zodat ik met een gerust geweten kan zeggen dat dit misschien uitgave van 1812 is, daar het bijvoorbeeld ook als pocket is verschenen, iets dat toendertijd onder impuls van de uitgeverij Allart net een nieuwe rage werd om belangrijk werk in goedkope uitgave bij het grote publiek te brengen. Toch een aanwinst voor mijn afdeling poëzie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten