Ik heb zopas een nieuwe blog boven de doopvont gehouden. Zijn naam is nogal bewerkelijk, en ik kort hem vanaf het begin maar af toe Wie wat waar?, ondanks het feit dat iemand deze naam reeds usurpeert, verder niet gebruikt, en mij dus dwong tot meerdere creativiteit.
De bedoeling van deze tweede blog is een soort van vraagbaak te vormen voor mijzelf, omdat ik bij het lezen meermaals merk dat ik soms zoveel vragen heb, dat het een beetje bewerkelijk wordt om alles nog in goede banen te leiden. Met een boek in de trein zitten, betekent automatisch gekribbel op randen van achtergelaten kranten, reklamepapiertjes, verpakkingen van snoepgoed en ander gestolen papierwerk, dat overal rondslingert. Deze bonte verzameling vragen vormen een probleem van stockage tot ze herlezen, en geregistreerd worden in een of ander notablok, om vervolgens daar dikwijls vergeten te worden tot ze, herlezen, niet meer begrepen worden.
Die vragen wil ik opnemen in een publieke bladzijde, zodat ik verplicht ben ze helder genoeg te formuleren, want anderen lezen zo ook nog wel eens, en ik houd niet van het virtuele "je bent getikt"-teken in mijn postbus.
Trouwens, hierboven heb ik nu ook het mailadres gezet van mijn nieuwe mailbox, die speciaal voor blogtoestanden gebruikt wordt.
Een ander gebruik van die nieuwe blog ligt in het uitwerken van langere onderwerpen, die ik in het verleden wel al eens beloofd heb, maar mijn woord houden zonder te beschikken over de nodige wapens om oorlog te voeren, is natuurlijk niet erg vertrouwenswekkend te noemen. Dan houd ik mijn woord dus helemaal niet.
Heb ik in het verleden reeds gesuggereerd zulks voor een bepaald onderwerp te doen, dan moet ik dat maar eens opzoeken, maar ik vrees dat zulks gaat blijven waar het nu ligt: in het vriesvak. Maar nieuwe onderwerpen krijgen zeker een kans.
De blog moet nog vorm krijgen. Alels wat er nu op staat, is een inleiding op een eerste vragenproject, en dat richt zich meer tot de plaatselijke geschied- en oudheidkundigen, in de hoop dat zij zich de moeite doen de vragen, die ik niet dadelijk opgelost krijg, te lezen, en te behandelen. Ik zoek dus medewerkers, die net zoals ik vinden dat je over een onderwerp niet voldoende kunt weten, en steeds met nieuwe vragen over de brug komt. In eerste instantie zijn dat dus streekgenoten, maar ik kan me levendig voorstellen dat, wanneer ik een boek over algemene literatuurproblemen lees, ik zekere vragen zou kunnen stellen, waarop ik blijkbaar geen antwoord weet, of die ik ondanks het antwoord voor mijn neus voorgeschoteld te hebben gekregen, toch niet afdoende kan beantwoorden.
Waarschijnlijk zal de start zeer traag verlopen, maar vroeg of laat komt er toch wel schot in. Zo kan ik me voorstellen dat iemand anders, die met een vraag en een ei zit, deze vraag en dat ei behalve op zijn eigen blog of website, ook bij mij kan deponeren. Het ei zal ik bij wijze van betaling opeten, de vraag kan je weet maar nooit welke weg over het web bewandelen, en onverhoopt een afdoende antwoord verkrijgen.
Een dracht, zei de Belg, maakt een weliswaar verdeelde macht,
maar wie naar kennis smacht, vindt dat toch een pracht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten