Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

zaterdag 3 januari 2009

Het Meestal Binnenlandse Luik

Binnenlands, zoals hoofdzakelijk in Vlaanderen. Een beetje op zijn Antwerps dus, hoewel ik niet graag onder de noemer Antwerps opereer. Maar dit land kan blijkbaar niet bestaan zonder Wallonië en het kankergezwel Brussel leven. Geef mij toch maar in de eerste plaats Vlaanderen, daarna België. De Nederlandse taal in al zijn vormen wordt echter op een groter grondgebied gesproken. Op literair vlak laat ik graag de auteurs van beide nationaliteiten samenleven, in het echte leven vind ik dat wat moeilijker.

De tien banden die me nog resten zijn Vlaamse literatuur, met uitzondering van de twee nummers van Vandaag, waarin Jaap Romijn in 1965 onder de vorm van een literair jaarboek met het nummer 11 het nieuwe werk van Nederlandse en Vlaamse schrijvers onder redactie van Frans De Bruyn, Jaap Romijn en Oscar Timmers kans op publicatie geeft. Het volgende nummer 12 is hij niet meer bij de redactie.

Er staan interessante namen in de lijst. Maar ook rare dingen, zoals J. den Uyl, zoals op de omslag vermeld staat, maar die in de inhoudstabel Bob den Uyl blijkt te heten. Jos Vandeloo staat broederlijk naast L.P. Boon, die onder de naam van Boontje publiceert in Vandaag. Cees Buddingh en Remco Campert, maar ook Karel Jonckheere en Clem Schouwenaars grijpen de kans aan. Deze Bruna Zwarte Pockets lijken me intrigerend materiaal te verbergen.

Hier eveneens een werk van Chris Yperman, waarvan ik nog niet zolang geleden "Muziekje" op de kop tikte. Nu "Een heel klein Scheepje". Een Marnixpocket (nr 2) die ik zeker nog terug ter hand zal nemen.

Ook een Marnixpocket (nr 65/63) is Pieter Bruegel, door Felix Timmermans. Gedrukt in 1969, is het onaangeraakt. Ik zal het dan maar genadelijk lezen, daar is een boek voor gemaakt. En dat ondanks het feit dat ik Pieter Bruegel in een andere versie reeds in mijn boekenkast staan heb.

In 1967 werd bij D.A.P. Reinaert Uitgaven Brussel een "Kleine Ernest Claes Omnibus" uitgegeven. Ik weet niet in welke reeks dat thuishoort, maar het is mooi en stevig boekwerk. Drie verhalen van Ernest Claes, waarvan ik er één nog niet eens kende. De klanten van Pastoor Campens Zaliger, Daske en Schone Herinneringen. Pastoor Campens kennen we eigenlijk te goed, uit de televisiereeks Wij heren van Zichem, Daske is me volkomen onbekend, maar het is vooral het autobiografische Schone Herinneringen dat me aanspreekt. We zullen wel zien wat er van komt.

Ik heb er toch nog één gevonden, van Jos Ghysen: De golden sixties, een reeks van stukjes in de typische JG-stijl. Uit 1986, raar, toen wist ik daar niet van, of lette ik er niet op. Maar een Jos Ghysen-fan ben ik toch altijd geweest. Veel is gedateerd, maar het mooie is dat ik en een andere schoolmakker reeds in de 3de WB in het geheim aan het schrijven sloegen. En ja hoor, we waren voor een stuk geïnspireerd door JG. Maar dat brengt dan wel mee dat ons "werk" eigenlijk nog te onvolwassen was en dus niet meer dan slappe afgietsels van het meesterlijke woordenspel van de man naar wie we met zoveel bewondering opkeken. Die liep trouwens in Hasselt gewoon in het wild rond, je kon hem aan het rood licht gewoon aaien en voederen, als hij er toevallig ook stond.

Kijk, van al mijn helden uit mijn jeugd zijn er twee, waarvoor ik ongegeneerd zal wenen als ze sterven: dat zijn Jos Ghysen en Nonkel Bob. Ze mogen het weten.

Wat vind ik hier? Wat vond ik daar? Een boek dat ik reeds heb, maar dat in deze blog reeds aan bod gekomen is omwille van de restauratie-perikelen. "Uit Gezelle's Leven en Werk" van Prof. dr Fr. Baur. Dit boekje is in perfecte staat. Ongelooflijk om te zien. Hoezeer het andere boekje ook kapotgelezen is, zo netjes is dit exemplaar. En het rare is dat deze uitgave, eveneens van 1930 geen gekartelde randen heeft. Ik moet dat toch eens van dichterbij bekijken, want de kwaliteit van het papier is totaal anders.Geen dik opgezwollen papier, maar dun, verzorgd drukwerk, terwijl ook de foto's op het einde veel klaarder zijn. Alleen de rare groen-bruine omslag heeft aan de binnenkant zijn antikleur van het bruine gedeelte doorgegeven op de volgende bladen. Daar staat een roze doordruk op, en dat geeft een beetje een grappig effect met de karakteristieke kop van Gezelle: het lijkt wel een pop-art afbeelding, die je zo naast die van Marilyn Monroe kunt plaatsen. Tot op bladzijde 8 is die roze doorschijn van de omslagtekening van L. Meurrens zichtbaar. Maar ik ben niettemin echt fier op deze aanwinst.

Een echt onooglijk boekje is Suiker van Hugo Claus, uitgegeven in 1979 bij BBtoneel (De Bezige Bij). Toneel lezen is niet voor de hand liggend. Ik heb het alleszins nooit gekund. Maar is het geen verplichting van ieder literatuurliefhebber te zeggen dat Hugo Claus meesterlijk is, en dus gelezen moet worden? We zullen wel zien.

Een pak interessanter vind ik "Jozef Simons - verteller zanger kempenaar" van Marcel Verheecke. In de Gulden Reeks van het Davidsfonds, 1963-6, en dus een mooi en stevig boek dat de eeuwen kan trotseren zolang het papier maar bestendig is. Dit boek is vooral interssant omwille van de heldere uitleg die over de persoon van Jozef Simons gegeven wordt, maar zeker ook omwille van de tijdstekening, en het kempens klimaat, dat naar zovele kempense schrijvers doet teruggrijpen, Ernest Claes op kop.

And last but not least: "Omnibus Vlaamse Parels 19e eeuw" van D.A.P. Reinaert Uitgaven Zele, met werk van Anton Bergman, Rozalie en Virginie Loveling, Domien Sleeckx en Reimond Steins. Ik kijk er naar uit, want werk van de zussen Loveling heb ik nog nooit gelezen, en de andere auteurs zijn minstens gezegd elk op hun manier even interessant. Het is dan wel een kanjer van 633 bladzijden, maar ik denk dat elke bladzijde het waard is gelezen te worden. Een mooi verzorgd boek, met liefde behandeld. Gegroet, René en Ariane.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten