Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

woensdag 7 november 2007

Elsschot

Nee, geen bericht over de grootmeester van de verkorting van de eigen brouwsels. Maar wel een bericht over de verkorting van eigen brouwsels.

Ik ben een man van het uitvoerige woord. Als ik niets zeg, zwijg ik luidkeels, als ik spreek, hoor je vooral de stilte (hersenbrekertje). Het gevolg van die dualiteit is dat ik veel woorden nodig heb, om achteraf vast te stellen dat ik alles veel kernachtiger kan uitdrukken. Gesproken en wel is er niets meer aan te doen, maar toen ik indertijd begon met het schrijven van opstellen, zag ik in dat mijn oeuvre weken nodig hadden om te rijpen. Die tijd kregen ze niet, en dus werden ze in het schrift ingeschreven met veel overbodige en vermijdbare uitweidingen. De leraren werkten echter in een systeem waarin het element tijd op een volstrekt andere manier ingevuld werd.

Het mocht niet baten: meerdere opstellen met een kern van staal werden door de verbeterende schoolvossen gebrandmerkt als "slordig", "niet af", "er moet nog aan gewerkt worden"," niet voor publicatie vatbaar", "door je grootoom-frontsoldaat aan zijn moeder geschreven op de reklamebladzijde van de Rond den Heerd van 16 februari 1916, zeker?" en meer van diergelijke lieftalligheden.

Wat de vossen niet zagen was dat ze de verkeerde nagels met koppen sloegen met hun opmerkingen. Ze bedoelden het totaal verkeerd: er moest nog aan gewerkt worden, zeiden ze, maar dit auteurtje had meer tijd nodig, daar zijn naam niet rijmt op Stijn Streuvels. Willem Elsschot, hm, misschien ook niet, maar de volgende werkwijze werd zeer vlug als de enig juiste aanzien.

Men neme een blad papier, en een degelijke pen. Men schrijve de diepste zijner gedachten neer. Men late het geheel enige dagen liggen, sudderen, gisten en rijpen. Dan herleze men de tekst, en verandere er dermate veel aan, dat de oorspronkelijke tekst in niets meer lijke op hetgeen als het oorspronkelijk kunstwerk doorging. Opdracht half volbracht.

De andere helft kenmerkt de ware kunstenaar: hij maakt het werk af. De leerling krijgt al die tijd niet: de school werkt namelijk tegen zijn eigen principes: als het op literatuur aankomt, wordt zogezegd de creativiteit gestimuleerd, maar door de tijd gekortwiekt. Kunst, en dus ook literatuur en poëzie laten zich niet ringeloren door De Tijd. Niet door de chronologisch gestuurde, evenmin door de Financiëel-Economische.

Toegegeven, kerels zoals ik kunnen een gans schooljaar gebruiken om een flutopstelletje tot een bedenkelijk kunstwerk te smeden, terwijl hun onnozeler collega's erin slagen in eenmaal een brouwsel voor te schotelen dat zelfs een enkele keer mag opgenomen worden in een bloemlezing. Maar kom me niet vertellen dat het systeem goed was: 95% van de opstellers kon de opdracht onmogelijk tot een goed einde brengen, in de literaire zin van het woord.

De computer helpt er vlot aan. Maar ook hier voel ik de remming van de eerste gedachte, die onmiddellijk afgezet wordt tegen het overdachte, beter gestructureerde en literair meer verantwoorde redactiewerk. Met een computer kun je dadelijk een correctie aanbrengen, nog voor de zin goed en wel af is. Maar hoe dan ook: je verliest de draad van de eerste gedachte, en als A gelijk is aan B, zo is B ook gelijk aan A. Met andere woorden, elk nadeel heb zijn voordeel, zie Cruyfie.

Misschien zal de lezer van deze blog zich niet kunnen voorstellen wat er hier ooit gestaan heeft, of wat er zal staan, als de tijd zijn werk gedaan heeft, en deze jongen zijn schrappingsrechten heeft laten gelden, en zichzelf geamendeerd heeft met tal van intelligente, of hysterische, hilarische of wiskundig verantwoorde wijzigingen aan wat ooit zijn diepste gedachten waren. Hetgeen je leest op een computerscherm, waarde lezer, is te vergelijken met het werk van de grootste literaire leugenaar aller tijden (die wel de beste literatuur voortbracht door zijn houding). Willem Elsschot heeft nooit zijn diepste gedachten gepubliceerd: hij heeft ze gemaskeerd. Er lopen miljoenen Elsschotten rond op de wereld, alleen weten ze niet hoezeer ze op de man lijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten