Ik heb mijn papieren dagboek dat ik bijhoud op zolder even naar beneden gebracht: het is er op dit ogenblik te koud om stil te zitten, ik werk liever hier, aan de computer, in stilte, iets wat mijn jeugdige nazaat met onbegrip vaststelt als hij erbij is: je hebt toch lawaai nodig om je te herinneren dat je leeft?
Nee dus, mijn hersenen zijn nog op de goede oude manier gemaakt, zei ooit een oude pater, die ik dankbaar ben voor die gedachte: toen we 16 waren en bij elke gelegenheid "een plaat" moesten draaien dan wel het aangepaste want meest luidruchtige radioprogramma moesten uit de ether plukken, antwoordde hij op die wijze: mijn hersenen functioneren nog zonder transistors, en ze verslijten dus minder vlug.
Een goede woordspeling, en een correcte benadering. Dan mogen de transistors op hun beurt door geïntegreerde schakelingen, zeg maar chips vervangen zijn, de basisidee blijft krachtig overeind: houd je bezig met waar je mee bezig bent, en leef niet met het idee dat je meerdere dingen tegelijkertijd kunt uitvoeren: geen van alle zijn goed genoeg om in een winkel te leggen. Slechts een paar mensen hebben die gave, en dan nog zouden ze beter hun activiteiten ontbinden tot de eenheid.
Zo lees ik, geschreven op zaterdag 6 oktober 2007, om 15h30
Wat te denken van een Liber Amicorum van Fernand Toussaint van Boelare, of een gedenkboek van een paar kilo van Le Cardinal Mercier, uitgegeven na zijn overlijden in 1926, en nog niet eens overal opengesneden? Dat zijn dingen die ik liever niet op de boekenkast in de huiskamer achterlaat. Eén of andere onverlaat die dat oude ding in handen krijgt, en er wat onvoorzichtig mee omspringt, zou door mij op Streuveliaanse wijze de mantel kunnen uitgeveegd worden, en dat blijft uiteraard de bedoeling niet.
Nee, mijn boekenkast is dus geen uitstalraam waar ik trots mijn paradepaardjes tentoonstel. Ik houd van boeken, dat is waar, maar een dierentuin van 19de eeuwse allure... , dat wil ik niet met boeken nabouwen."
Rond 16h diezelfde dag schreef ik het volgende:
Hieronder volgt een proeve van hoe ik eigenlijk een boekdagboek wil voeren: geen literaire verhandeling over de verschillende waarden van het besproken boek, maar een eigenzinnige benadering, een louter persoonlijke impressie die het boek zijn eigen warmte laat, zijn eigen karakter, en die het daardoor helemaal laat leven, ook al lees ik het misschien nooit volledig, ook al raak ik het nooit meer aan.
Ria Scarphout. Potdommetje. Pantheonreeks: 3, ISBN 906406 105 X gebonden.
Depot: D/1987/4935/9 - Uitgever : De Koofschep v.z.w.
Klein formaat (20.7 X 13.5 cm) slechts 31 bladzijden. Een weemoedige herinnering van de schrijfster aan haar geliefde huiskatje, gestorven op 13-10-1972. Met nostalgie en milde woordspelingen geschreven, als aandenken aan de lieve huisvriend van het kinderloze paar.
Het boekje is in uitstekende staat. Mooi is dat de schrijfster vooraan een opdracht geschreven heeft :
Voor Bertien Buyl "Liefde is glimlachen met tranen in de ogen." (Jan berghmans) (get) Ria Scarphout, 22-08-'87.
Ook achteraan is het boekje door de auteur getekend. De tekst eindigt met -Ria Scarphout (geschreven in mijn "Domeindreef". En daaronder, wiskundig juist geplaatst, heeft zij getekend. In potlood, hetgeen voor mij een bewijs is dat ze wist hoe een boek moest gesigneerd worden: op de lekker ouderwetse wijze.
Maar. Dit individuele exemplaartje heeft een geschiedenis. Op blz 12 zag ik plotseling een verbetering staan. Iemand had aangegeven dat de zin: "Traag kijkt Poes in de lange, donkere gang." moest gewijzigd worden in: "Traag kijkt moederpoes in de lange, donkere gang."
De eerste reactie in mij was: wel wel! Mevrouw Bertien Buyl zet de literatuur naar haar hand. Wie ben ik om daar wat op tegen te hebben, evengoed meen ik dat als het niet om een eclatante taalfout gaat, je dergelijke verbeteringen best achterwege laat.
Op blz 15 was het opnieuw prijs: "het beitelen der letters" werd "het beitelen van de letters". Zo zijn er nog enige verbeteringen te bespeuren op verschillende plaatsen. Wat stelt dat voor? Maar plots kwam er inzicht, toen ik bemerkte dat Ria Scarphout met dezelfde potlood waarmee ze de opdracht vooraan en de ondertekening achteraan gedaan had, ook deze verbeteringen aangebracht had.
Dit boekje, met andere woorden, is een correctie-exemplaar, althans, zo lijkt het. Alleen kon ik de vraag niet beantwoorden waarom deze correcties gebeurden in een gesigneerd exemplaar. Was dit slechts een poging om bij het inkijken van het aan haar toegezonden eerste exemplaar het boekje een "echt" uiterlijk te geven door het aanbrengen van een opdracht? Het gebruikte potlood wijst daarop, en het handschrift van de opdracht en de correctie op blz 12 is beslist gelijk.
Of heeft zij het boekje van Bertien Buyl, die misschien een vriendin, of misschien zelfs haar eigen moeder kan of kon zijn, op één of andere wijze terug in handen gekregen, en voor correctiedoeleinden gebruikt?
De vijftig cent die ik ervoor betaald heb in een kringloopwinkel te Oudenaarde zijn welbesteed. Ik heb geen literatuur, maar een klein stukje literatuurgeschiedenis gekocht, denk ik.
Eén en ander moet ik nog verder uitzoeken, maar zeker is: dit is het verhaal over een gestorven poes, maar het is een levend boekje.
Ondertussen, met dank aan de Tante Google. Bertien Buyl is dus naar alle waarschijnlijkheid een vriendin van de auteur. Via een kleine en eenvoudige zoekactie kun je bijvoorbeeld de website www.literair.gent.be terugvinden, en zo kan ik dan ook de historiek van het boekje terug samenstellen.
Ria Scarphout heeft waarschijnlijk dit boekje aan haar generatiegenote Bertien Buyl gegeven of verkocht, het gesigneerd, en misschien hebben beide literaire dames tesamen het werk van de nochtans strenge lerares dictie en voordrachtkunst Ria nagekeken en taalkundig bekritiseerd. Hetgeen zo dan ook gebeurd kan zijn, want het is toch duidelijk de hand van de auteur zelf die de correcties aangetekend heeft. Een andere mogelijkheid is dat dit een presentexemplaartje voor Bertien was, (verjaarde op 10 augustus, geboren 1927, dus voor haar 60ste verjaardag?) dat door omstandigheden nooit terechtgekomen is. Dus toch wel een stukje literaire geschiedenis. Blijft me natuurlijk nog de hamvraag hoe dit stukje geschiedenis in de kringloopwinkel terecht gekomen is?
Nee dus, mijn hersenen zijn nog op de goede oude manier gemaakt, zei ooit een oude pater, die ik dankbaar ben voor die gedachte: toen we 16 waren en bij elke gelegenheid "een plaat" moesten draaien dan wel het aangepaste want meest luidruchtige radioprogramma moesten uit de ether plukken, antwoordde hij op die wijze: mijn hersenen functioneren nog zonder transistors, en ze verslijten dus minder vlug.
Een goede woordspeling, en een correcte benadering. Dan mogen de transistors op hun beurt door geïntegreerde schakelingen, zeg maar chips vervangen zijn, de basisidee blijft krachtig overeind: houd je bezig met waar je mee bezig bent, en leef niet met het idee dat je meerdere dingen tegelijkertijd kunt uitvoeren: geen van alle zijn goed genoeg om in een winkel te leggen. Slechts een paar mensen hebben die gave, en dan nog zouden ze beter hun activiteiten ontbinden tot de eenheid.
Zo lees ik, geschreven op zaterdag 6 oktober 2007, om 15h30
Wat te denken van een Liber Amicorum van Fernand Toussaint van Boelare, of een gedenkboek van een paar kilo van Le Cardinal Mercier, uitgegeven na zijn overlijden in 1926, en nog niet eens overal opengesneden? Dat zijn dingen die ik liever niet op de boekenkast in de huiskamer achterlaat. Eén of andere onverlaat die dat oude ding in handen krijgt, en er wat onvoorzichtig mee omspringt, zou door mij op Streuveliaanse wijze de mantel kunnen uitgeveegd worden, en dat blijft uiteraard de bedoeling niet.
Nee, mijn boekenkast is dus geen uitstalraam waar ik trots mijn paradepaardjes tentoonstel. Ik houd van boeken, dat is waar, maar een dierentuin van 19de eeuwse allure... , dat wil ik niet met boeken nabouwen."
Rond 16h diezelfde dag schreef ik het volgende:
Hieronder volgt een proeve van hoe ik eigenlijk een boekdagboek wil voeren: geen literaire verhandeling over de verschillende waarden van het besproken boek, maar een eigenzinnige benadering, een louter persoonlijke impressie die het boek zijn eigen warmte laat, zijn eigen karakter, en die het daardoor helemaal laat leven, ook al lees ik het misschien nooit volledig, ook al raak ik het nooit meer aan.
Ria Scarphout. Potdommetje. Pantheonreeks: 3, ISBN 906406 105 X gebonden.
Depot: D/1987/4935/9 - Uitgever : De Koofschep v.z.w.
Klein formaat (20.7 X 13.5 cm) slechts 31 bladzijden. Een weemoedige herinnering van de schrijfster aan haar geliefde huiskatje, gestorven op 13-10-1972. Met nostalgie en milde woordspelingen geschreven, als aandenken aan de lieve huisvriend van het kinderloze paar.
Het boekje is in uitstekende staat. Mooi is dat de schrijfster vooraan een opdracht geschreven heeft :
Voor Bertien Buyl "Liefde is glimlachen met tranen in de ogen." (Jan berghmans) (get) Ria Scarphout, 22-08-'87.
Ook achteraan is het boekje door de auteur getekend. De tekst eindigt met -Ria Scarphout (geschreven in mijn "Domeindreef". En daaronder, wiskundig juist geplaatst, heeft zij getekend. In potlood, hetgeen voor mij een bewijs is dat ze wist hoe een boek moest gesigneerd worden: op de lekker ouderwetse wijze.
Maar. Dit individuele exemplaartje heeft een geschiedenis. Op blz 12 zag ik plotseling een verbetering staan. Iemand had aangegeven dat de zin: "Traag kijkt Poes in de lange, donkere gang." moest gewijzigd worden in: "Traag kijkt moederpoes in de lange, donkere gang."
De eerste reactie in mij was: wel wel! Mevrouw Bertien Buyl zet de literatuur naar haar hand. Wie ben ik om daar wat op tegen te hebben, evengoed meen ik dat als het niet om een eclatante taalfout gaat, je dergelijke verbeteringen best achterwege laat.
Op blz 15 was het opnieuw prijs: "het beitelen der letters" werd "het beitelen van de letters". Zo zijn er nog enige verbeteringen te bespeuren op verschillende plaatsen. Wat stelt dat voor? Maar plots kwam er inzicht, toen ik bemerkte dat Ria Scarphout met dezelfde potlood waarmee ze de opdracht vooraan en de ondertekening achteraan gedaan had, ook deze verbeteringen aangebracht had.
Dit boekje, met andere woorden, is een correctie-exemplaar, althans, zo lijkt het. Alleen kon ik de vraag niet beantwoorden waarom deze correcties gebeurden in een gesigneerd exemplaar. Was dit slechts een poging om bij het inkijken van het aan haar toegezonden eerste exemplaar het boekje een "echt" uiterlijk te geven door het aanbrengen van een opdracht? Het gebruikte potlood wijst daarop, en het handschrift van de opdracht en de correctie op blz 12 is beslist gelijk.
Of heeft zij het boekje van Bertien Buyl, die misschien een vriendin, of misschien zelfs haar eigen moeder kan of kon zijn, op één of andere wijze terug in handen gekregen, en voor correctiedoeleinden gebruikt?
De vijftig cent die ik ervoor betaald heb in een kringloopwinkel te Oudenaarde zijn welbesteed. Ik heb geen literatuur, maar een klein stukje literatuurgeschiedenis gekocht, denk ik.
Eén en ander moet ik nog verder uitzoeken, maar zeker is: dit is het verhaal over een gestorven poes, maar het is een levend boekje.
Ondertussen, met dank aan de Tante Google. Bertien Buyl is dus naar alle waarschijnlijkheid een vriendin van de auteur. Via een kleine en eenvoudige zoekactie kun je bijvoorbeeld de website www.literair.gent.be terugvinden, en zo kan ik dan ook de historiek van het boekje terug samenstellen.
Ria Scarphout heeft waarschijnlijk dit boekje aan haar generatiegenote Bertien Buyl gegeven of verkocht, het gesigneerd, en misschien hebben beide literaire dames tesamen het werk van de nochtans strenge lerares dictie en voordrachtkunst Ria nagekeken en taalkundig bekritiseerd. Hetgeen zo dan ook gebeurd kan zijn, want het is toch duidelijk de hand van de auteur zelf die de correcties aangetekend heeft. Een andere mogelijkheid is dat dit een presentexemplaartje voor Bertien was, (verjaarde op 10 augustus, geboren 1927, dus voor haar 60ste verjaardag?) dat door omstandigheden nooit terechtgekomen is. Dus toch wel een stukje literaire geschiedenis. Blijft me natuurlijk nog de hamvraag hoe dit stukje geschiedenis in de kringloopwinkel terecht gekomen is?
Prachtighoe je dat beschrijft. Ik ben een oudleerling van Ria en voel mij verplicht U het overlijden van deze welbespraakte dame te melden. Haar bibliotheek werd verkocht aan een brocanteur die waarschijnlijk de waarde ervan niet kent.
BeantwoordenVerwijderenDominiek
Hartelijk dank voor deze duidende reactie, Dominiek. Mag ik u in de nabije toekomst een mailtje zenden met een paar vragen betreffende de voor mij voorheen geheel en gans onbekende Ria Scarphout?
BeantwoordenVerwijderenUw informatie over het lot van haar bibliotheek is voor mij een dolk in het hart, maar ook een schat aan basisinformatie over het na-leven van een literair en dus feitelijk onsterfelijk deel van de mens.
Mijn dank !
Danny
Geheel en gans onbekend, zei ik. Maar dat is dus niet helemaal waar. Een geheugen geheel en gans als kaas gemaakt is dichter bij de waarheid. In "Ten Huize van" nummer 11 staat een interview met Jan Vercammen, die dus de echtgenoot was van Ria. Zij leest dus tijdens de uitzendiin enige malen voor uit het werk van Jan. En speelde voor de rest, zoals dat hoorde in de jaren zestig, verder de rustige, zelfverzekerde gastvrouw. Dat zij als schrijfster en dichteres pal naast haar echtgenoot kon staan, was een fait-divers.
BeantwoordenVerwijderenIk heb helaas de datum van haar overlijden niet, zodat ik mijn biografie van haar niet kan aanvullen. U kunt dit hier posten, of als u vind dat dat niet kan, stuur me dan een E-mail naar telaatgaanslapen op hotmail. Meteen ook een goede gelegenheid om een literaire babbel te houden over deze dame. Als je dat op prijs stelt, natuurlijk.
Met dank, Danny