Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

woensdag 26 november 2008

Edward Poppe en Hendrik Prijs

De aankoopwoede is na mijn laatste exploot enigzins gestopt. Enigzins, want vanmorgen kon ik mezelf niet bedwingen om weer een rijtje boeken te doorsnuffelen. Eigenlijk is de oogst erg mager, maar wel interessant. Het hoeft niet altijd vijfentwintig kilo te zijn.

Ergens, heel diep verstopt tussen de andere Vlaamse literatuur ligt er op zolder een werk van Hendrik Prijs. Een leraar uit Sint-Truiden die ook schreef. Een leraar uit Sint-Truiden die door Elsschot ooit geprezen werd met de volgende woorden: "Van deze schrijver kan, als van Mefisto, gezegd worden dat hij het bal leidt als een perfecte dansmeester." Zo staat althans op de flap van de stofwikkel geschreven. Ik ben fier dat ik van deze gouwgenoot weer een werk meer in mijn kast staan heb. Marieke Bosteels, Meid voor alle werk, een Reinaert-uitgave uit 1966, waarvan de schrijver het werk beëindigde in maart 1963. En ik ben er bijna even fier op dat het boekje zichtbaar gebruikt is. Het was geen sierobject.

Wat echter bracht mij ertoe een op het eerste zicht banale levensbeschrijving van een obscuur Vlaams priester te kopen? Wie was Priester Edward Poppe, "sociaal apostel"?

In mijn schooltijd, meer bepaald in diezelfde tijd, toen Hendrik Prijs zijn bovenstaand boek beëindigde, en toen ik zowat negen jaar oud was, viel de naam van Edward Poppe voor het eerst. Hij werd opgevoerd als een voorbeeld voor de jeugd, om het geloof te verspreiden en te bestendigen. In 1962, zo leert zijn Curruculum Vitae dat de lectuur voorafgaat ons, werd hij Kanoniek ontgraven, en enige dagen later herbegraven in de Grafkapel Pius X te Moerzeke. Wij snapten nog niet de helft van wat de meester ons vertelde over die gebeurtenissen en over zijn engagement, over zijn strijd voor de kleine man, over zijn veel te korte leven. Wij hebben gedurende tien tot bijna vijftig jaar niet gesnapt dat we door onze meester gewezen werden op één van de voorvechters van de kleine man, een gelijke van Daens, een kameraad van de flaminganten van het eerste uur, maar natuurlijk bovenal een bezieler van het geloof. Als hij niet ziekelijk was, had hij waarschijnlijk op zijn manier naast Jozef Cardijn plaatsgenomen. Wij leerden over hem, maar wisten niet waarover wij leerden.

Dat laatste aspect werd naar boven getrokken omdat in de jaren zestig natuurlijk het geloof op de eerste plaats kwam, dat flamingantisme iets was dat nog steeds aan collaboratie en Duitsland gebonden werd, omdat sociaal engagement zonder geloof iets van de socialisten, zeg maar de communisten was, en in een Vrije Gesubsidieerde School kwam het geloof eerst, en de rest later.

Soit, de naam "Priester Poppe" is me nooit ontsnapt, omwille van de toen door mij niet begrepen persoonlijkheid, die aanleunde bij tiesten zoals Jan Bergmans, die veel meer gedaan hadden dan alleen maar hun knieën verslijten en paternosters tussen hun vingers pletten. Maar dat mocht men ons zo niet vertellen, dat kon toen nog niet.

Ik heb later in het college de naam Poppe weer gehoord, doch kon deze persoon niet meer binden aan de kinderverhalen in het derde en vierde leerjaar. De eigenlijke ontdekking deed ik pas, en hier komt eindelijk de reden waarom ik zo diep op dit ogenschijnlijk weinig betekenend hagiografietje inga, na de lektuur van het verhaal over de gebroeders Van Raemdonck. Temse, de sociale bewogenheid van de gebroeders, ik ben verplicht bij de lektuur van dit boek ook het al even nietig lijkende brochuurtje over beide IJzerhelden naast het werkje over Edward Poppe te leggen, om verbanden te zien, om zovele personnages en volksleiders en -opvoeders te plaatsen.

Om de atmosfeer te tekenen, dit fragment uit dit boekje:

Ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van hun heldendood, schreef willy Hofmans: "In die tijd was het dat een groepje studenten, onder wie hun goede vriend Wardje Poppe - ernstige aandacht begonnen te vragen voor de sociale kwesties en de werking van Pater Rutten, die pionier. Daar hadden zowel Edward als Frans Van Raemdonck zeer speciale aandacht voor... Al woonden ze thans in een burgshuis, en al werd er in hun schoonste kamer gemusiceerd en voorgelezen, toch zochten zij direkt kontakt met de arbeiders en dagloners. Ze wilden zien, waar dat lompenproletariaat precies aan toe was; ze wilden zich een oordeel vormen, en daarna zouden ze handelen om dat volk, hùn volk, wat op te lichten uit zijn barre bestaan... Op de studentenvergaderingen protesteerden ze, spraken over de liefde tot de evennaste en over de sociale rechtaardigheid. Toèn reeds... en al waren ze nog tè jong om zich, in andere kringen, als vlaamse, sociale voorvechters te doen gelden."

Nog geen 34 jaar oud, overleed hij ingevolge een hartkwaal. Ik kan me niet voorstellen dat ik op mijn 34ste in staat zou geweest zijn het volk "bezielend" toe te spreken. Hij had er toen al een oorlog en een paar hartaanvallen opzitten. Straffe mannen...

Als je lectuur koopt, mag je je niet laten leiden door de strekking van hetgeen je leest. Je moet die strekking opnemen als iets dat nu eenmaal deel uitmaakt van het landschap, waarin de personen die je in het vizier neemt, zich voortbewogen. Ben je een rabiaat heiden, dat hoeft je er niet van te weerhouden de bijbel te lezen. En een vrome pastoor moet, om zijn biechtelingen goed te verstaan, overwegen enige porno tot zich te nemen.

Dit boekje, naast al zijn andere mogelijke kwaliteiten, hardt me in het idee, dat ik iets wil maken waarin het verband tussen boeken gelegd kan worden. De Van Raemdoncks, Pater Rutten, Kardinaal Mercier, Edmond Rubbens, Jozef Cardijn en nog zovele anderen hebben hen gekneed en gevormd, en zij komen in zovele boeken voor, als hoofdpersonnages, of als toevallige voorbijgangers, die een kort intermezzo gepleegd hebben in iemands leven. Het zou prachtig zijn dat het oproepen van een naam snel een aantal werken zou opgeven waarin zij optraden, dat zou het geïntegreerd lezen geweldig verbeteren.

Kanunnik Amaat Lerno schreef dit boek, dat in 1970 in de Sint-Franciscusdrukkerij te Mechelen werd uitgegeven.

3 opmerkingen:

  1. Hallo,

    Als rasechte 'truineer' heb ik net het boek 'Het Zwakke Verzet' van Hendrik Prijs ontvangen en ik ben zo blij als een kind op sinterklaasdag! Nu zoek ik nog het boek dat U in uw bezit hebt. Hopelijk heb ik, net als jij, het geluk dat ook nog eens te vinden en als friere truineer in mijn bezit te mogen hebben.
    Ik ben stikkejaloers!:)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Gezonde jaloersheid leidt tot gezonde resultaten: zoek even op google, en je zult het boekje voor het rapen vinden. betaal echter niet te veel: de Reinaertreeks wordt op sommige plaatsen gewoon weggegooid, terwijl er toch interessante auteurs in het fonds opgenomen waren. Veel geluk op je zoektocht!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Amai, sijg, djije zijt ter ech op gebjand vor ze allemol te hebbe,dè buuk van de Prijs, zin ich. Djus het beriech in den Truieneer geleze, en zoe te zien hèd dje ze nouwe allemol wel vaas gekrijge?

    Vrolie hebbe toch altijd wel e strepke vuir...

    BeantwoordenVerwijderen