Mijn zoveelste strooptocht langsheen Vlaanderens ramsj heeft me een pareltje opgeleverd, dat ik niet onvermeld wil laten.
In 1876 werd in Nederland een werkliedenvereniging opgericht, van christelijke signatuur, door een man die zijn jeugd heeft weten voorbijgaan in een weeshuis, waarna hij een waterval van verschillende beroepen uitgeoefend heeft.
Klaas Kater, zoals hij heet, heeft ginder hetzelfde werk verricht als bijvoorbeeld een Pieter Daens gedaan heeft in Vlaanderen: de werklieden van de 19de eeuw een stem geven.
Dit boek, in 1927 uitgegeven onder de titel, die ook de naam van het Verbond was, en later ook het orgaan van de vereniging, namelijk "Patrimonium Vaderlijk Erfdeel", heeft een titel die zo richtinggevend is als de pest: men legde de christelijk geïnspireerde medemens met handen en voeten uit dat het woord Patrimonium niets anders betekende als het Vaderlijk Erfdeel, het bezit dat van vader op zoon werd doorgegeven. Materieel stelde dat in arbeidersmiddens wellicht niet veel voor, dus zocht men het in hogere sferen, en werd de samenwerking met als resultaat de materiële en geestelijke verheffing het doel dat in de christelijke omgeving moest verwezenlijkt worden.
Het vijftigjarig jubileum van de vereniging in 1927 was een uitstekende gelegenheid om terug te blikken, en de samensteller, de heer Hagoort, heeft dit op een schitterende manier gedaan: hij geeft een schets van de belabberde economische omstandigheden die de 19de eeuw kenmerkten. Daarna volgt een minitieuze beschrijving van de strijd om de arbeiders samen te brengen, en ze bijeen te houden in het Verbond. Hij doet dat op wetenschappelijke wijze, met zeer veel verwijzigingen en voetnoten, doch dat vreet de leesbaarheid niet aan, ook niet voor de ondertussen reeds meer gevormde arbeider.
Het boek bevat zeer fraaie fotografische portretten van de protagonisten van dit epos. De tand des tijds (om in den schonen stijl van weleer de pen te blijven voeren) heeft ingewerkt op het boek, maar het is prachtig in zijn ouderdom: de ouderdomstekens zijn eerder decoraties dan fouten. Bovendien heeft niemand ooit de eigendom van het boek opgeëist, zodat het originele beeld van het arbeidersfeestboek ten volle blijft verder bestaan. Het komt dan ook op een hoge plank te staan.
In 1876 werd in Nederland een werkliedenvereniging opgericht, van christelijke signatuur, door een man die zijn jeugd heeft weten voorbijgaan in een weeshuis, waarna hij een waterval van verschillende beroepen uitgeoefend heeft.
Klaas Kater, zoals hij heet, heeft ginder hetzelfde werk verricht als bijvoorbeeld een Pieter Daens gedaan heeft in Vlaanderen: de werklieden van de 19de eeuw een stem geven.
Dit boek, in 1927 uitgegeven onder de titel, die ook de naam van het Verbond was, en later ook het orgaan van de vereniging, namelijk "Patrimonium Vaderlijk Erfdeel", heeft een titel die zo richtinggevend is als de pest: men legde de christelijk geïnspireerde medemens met handen en voeten uit dat het woord Patrimonium niets anders betekende als het Vaderlijk Erfdeel, het bezit dat van vader op zoon werd doorgegeven. Materieel stelde dat in arbeidersmiddens wellicht niet veel voor, dus zocht men het in hogere sferen, en werd de samenwerking met als resultaat de materiële en geestelijke verheffing het doel dat in de christelijke omgeving moest verwezenlijkt worden.
Het vijftigjarig jubileum van de vereniging in 1927 was een uitstekende gelegenheid om terug te blikken, en de samensteller, de heer Hagoort, heeft dit op een schitterende manier gedaan: hij geeft een schets van de belabberde economische omstandigheden die de 19de eeuw kenmerkten. Daarna volgt een minitieuze beschrijving van de strijd om de arbeiders samen te brengen, en ze bijeen te houden in het Verbond. Hij doet dat op wetenschappelijke wijze, met zeer veel verwijzigingen en voetnoten, doch dat vreet de leesbaarheid niet aan, ook niet voor de ondertussen reeds meer gevormde arbeider.
Het boek bevat zeer fraaie fotografische portretten van de protagonisten van dit epos. De tand des tijds (om in den schonen stijl van weleer de pen te blijven voeren) heeft ingewerkt op het boek, maar het is prachtig in zijn ouderdom: de ouderdomstekens zijn eerder decoraties dan fouten. Bovendien heeft niemand ooit de eigendom van het boek opgeëist, zodat het originele beeld van het arbeidersfeestboek ten volle blijft verder bestaan. Het komt dan ook op een hoge plank te staan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten