Geen dichtbundel in de sneeuw, maar toch even over iemand die wel eens een gedicht pleegt, dat wel eens gepubliceerd wordt, soms ook in een tijdschrift terecht komt, en nog somser in een bloemlezing terug te vinden is.
Zijn blog, " Richard Steegmans " op deze zelfde blogspot, blinkt niet uit in drukke schrijverlarij, maar geeft wel een gemakkelijke inkijk in zijn werk.
Richard heb ik als schooljongen gekend, en hij was één van die zeldzame, warme en nadenkende jongens, die een belofte inhield, die toen nog niet zo zichtbaar maar wel erg voelbaar was: je ondervond toen reeds dat hij bezig was met observeren. Hij is van hetzelfde bouwjaar als ik, en we hebben, als mijn geheugen me niet in de steek laat, in het zesde leerjaar in dezelfde klas gezeten, bij Meester Lambrichts, een collega van Meester Hoewaer, die ik hier als dichter ook reeds heb laten voorbijwandelen.
Veel later heb ik hem nog eens ontmoet, en als volbloed communist was hij ohne rücksicht, en ook een beetje rücksichtlos bezig met een "nieuwe" vertaling uit het Russisch van - wat was het ook al weer - "Het Communistisch Manifest" (?). Dat was in het Roodhuis, een dito gekleurd café, waar ik graag kwam omwille van de losse manier van zaakvoeren. De mensen die je er ontmoette, waren voornamelijk linksgerichte jongeren, en wie in zijn jeugd nooit communist geweest is (toen moest dat wettelijk verplicht nog Maoïstisch gericht zijn, en als vak uitgeoefend worden in een democratisch huis, zoals er in iedere provinciestad wel eentje e vinden was) zal ook nooit een goed kapitalist kunnen worden. Datzelfde huis in de Dokter Willemsstraat is, ook al weer als mijn geheugen nog goed is, enige tijd door een zekere Steve uitgebaat, voordat het zo roodgekleurd werd.
Hij zal het me dus wel niet kwalijk nemen dat ik het copyright een beetje overtreed door het publiceren van één van zijn verzen.
Afdoend aan zichzelf gerichte brief
Van een uitgever in de gedaante
van gekwetste lezer:
'Haar verhalen mogen niet bedarend erotisch zijn,
ons fonds niet ontsieren, geen dames van het zusterblad afhouden.
Van opwinding niet levend verblinden, geen woord
dat van de schutting afbladdert als beelden te kijk zetten.
Mooi als een tijdbom geen zanger uitmoorden,
minder het sap versnoepen dat haar wiek verdraagt.’
Dit gedicht werd enkele jaren geleden gepubliceerd in het tijdschrift Tortuca, en op 26 december 2008 op zijn eigen blog hernomen.
Ook hier is nog steeds een ondertoon van protest aanwezig. Hij zal, en wij zullen, het nooit afleren. Dag, Richard.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten