Na de lektuur van een paar dichtbundels van dingensen die hun dingens ook nog gepubliceerd krijgen, al moeten ze het zelf betalen, en driekwart van de oplage zelf opkopen, om uit de opbrengst de kosten te betalen, zet ik de gallerige smaak in mijn mond om in een poëtisch geschrift, dat enkel de bedoeling heeft om weer naar betere smaken te kunnen terugkeren.
Op 24 april 2009 spuwde ik mijn verteringsstoffen over een publicatie van Peter Zonderland, en dwaas genoeg heb ik niet ingezien dat die passage pure poëzie was. Als je maar een sterke maag hebt. De blog noemt naam en toenaam, het gedicht wil echter niet doden. Ik heb er toch een titel voor nodig. Kan het nog simpeler:
Wie poëzie wil lezen
Wie poëzie wil lezen, heeft best een ijzeren gestel,
een driekwart geamputeerde maag,
en een taaie levenskracht.
Hij moet de schrijfsels overleven,
van hem die een boodschap brengen wil,
maar dat zo kryptisch doet,
dat hij het poëzie moest noemen
om het ook verkocht te krijgen.
Per Zola schrijft zulke dingen,
waarvan de lezer nooit zal weten
wat begin of einde is.
Wel zo is "Betijdingslicht".
Maar zo is dus zijn bedoeling:
je moet er middenin beginnen,
en woorden vretend zelf je weg
naar een niet voorbereid einde banen.
Je sterft je oefening in wanhoop,
of je sterft in stille rust,
weet niet waarom, weet niet hoe,
dan is wanneer niet van belang.
Per Zola is God, jij zijn tot zucht verwoorde mens,
en als je dood bent, wacht de hemel, de hel of gewoon het niets,
al naargelang je zelf geloven wilt of kunt.
Of, als u dat beter uitkomt,
gooi mij maar in de vuilnisbak,
er is geen leven na de lezing,
maar onvervalste poëzie.
En geloof me vrij, hier rust dus ook copyright op!
Toch een korte toelichting. Ik heb dat bundel "Belichtingstijd" gelezen, en de tijd duurde me te lang: ik kon alleen maar toegeven dat ik er geen snars van begreep. Dan heeft een blogger twee mogelijkheden: hij vertelt naar waarheid dat hij er niets van begrepen heeft, en dat doe ik dan ook, als je maar goed genoeg leest zul de dat wel terugvinden. Of de blogger grijpt naar een geliefd wapen: het cynisme. Ik deed dus beide, om als volgt te besluiten:
Gooi mij maar in de vuilbak, er is geen leven na de lektuur hiervan. Het is Poëzie.
Eerst wou ik de tekst in zijn oorspronkelijke onvolmaaktheid hernemen, maar ik was van oordeel dat één en ander moet begrepen worden. En dat is namelijk dat de blogtekst een (cynisch uitgedrukte) mening is, waaruit onbegrip en bewondering spreken, maar dat een gedicht een finalere boodschap aan de mensheid is, ontstaan vanuit de dichter zelf, en dus veel absoluter. Daarom heb ik besloten de naam van de vergalde dichter slechts door middel van een zelfgevonden pseudoniem te vernoemen, in plaats van zijn eigen dichtersnaam te citeren. Ook de naam van de bundel heb ik vervormd. Iedereen kan nagaan over wie het gaat, het gedicht is absoluut, de mening blijft een wanhopige zoektocht. En dus heb ik ook de tekst hier en daar aangepast. Een gedicht mag geen verkapte, door een slager tot poëzie verhakselde proza zijn. En uiteindelijk: wie beweert dat ik een dichter ben?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten