Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

maandag 5 april 2010

Stijn Streuvels, Hewel?

Ik heb alvast één probleem opgelost, dat ik in mijn vorige column "Stijn Streuvels" heb laten liggen voor een latere oplossing. Ergens in mijn achterhoofd had ik de brochure van Joos Florquin in gedachten, waarin ik verschillende afbeeldingen van manuscripten van Stijn Streuvels meende afgebeeld te zien.  Ik had ze vanmorgen erbij genomen, maar met andere bedoelingen,  ik wilde namelijk de verkorte uitgavegeschiedenis van Lenteleven ondersteunen.

Maar zo keek ik pal naast het tweede probleem, dat ik ook gemakkelijk vanuit die brochure had kunnen oplossen. Ik doe een poging tot omschrijving. En een zekere mate van persoonlijke interpretatie is eigen aan deze geschriften. Wie kijkt naar het geschrift van Stijn Streuvels, merkt iets zeer opvallends op. Eigenlijk zou ik moeten zeggen, het geschrift van Frank Lateur, want iemands geschrift is een strikt persoonsgebonden materie: auteur, oudstrijder, automechanicien of onderpastoor, de naam van de persoon doet niets aan het geschrift. Het karakter des te meer. Niemand kan zijn geschrift onderdrukken. In zijn manuscripten vind je een schijn van jeugdigheid terug, je zou bijna zeggen dat het geschrift nooit helemaal volwassen is geworden. In onze opstelschriften gebruikten we dit soort gekunsteld geschrift ook: het moest (voorschrift van de leerkracht) verzorgd en gelijkmatig zijn.

Ik heb Streuvels verweten dat zijn handschriften onverzorgd waren, maar eigenlijk is dat niet zo: op ongelijnd papier kun je moeilijk horizontaal blijven, de kantlijn is voor een manuscript van een creatief werk geen punt, doorhalingen zijn meer dan normaal bij creatieve activiteiten, en vlekken en hanepoten horen er gewoon bij, als men in snelheid zijn gedachten handmatig moet volgen. Ik citeer weer letterlijk uit de brochure om mijn eigen woorden te ontkrachten.

"Streuvels kultiveerde het schrijven als het ware want het is meer dan eens gebeurd dat hij een van zijn novellen eigenhandig overschreef en dit handschrift ten geschenke gaf aan een van zijn goede vrienden om hem te danken voor zijn vriendschap of waardering.  Zo bezat Antoon Coolen een dergelijk juweel van een handschrift van Het Kerstekind en voor zijn dochter Isa schreef hij een stuk uit De Maanden over op een folioblad.  In een hulde-plaquette, die door de Vriendenkring van het Personeel der Drukkerij Het Volk N.V. te Gent voor zijn 85ste verjaardag werd uitgegeven, werd het stuk Pastorale volledig in handschrift afgedrukt."
Ter illustratie van hetgeen hierboven staat worden een paar bladzijden van Pastorale, zoals in het bovenstaand fragment beschreven, weergegeven, en het zou me niet verbazen dat Stijn Streuvels dit ook voor zijn vriend Lannoo gedaan heeft met Onze Streek. Een vlugge vergelijking laat zowel in deze brochure als in de facsimile van Onze Streek hetzelfde bewerkt schone, jeugdige geschrift zien. Het blijft waar dat de vergeleken fragmenten dus facsimiles zijn, en ik houd het erbij dat het onechte beelden zijn van zijn manuscripten, maar in essentie kon ik mijn beweringen van gisteren niet blijven ondersteunen.

Deze brochure overigens, werd in het najaar 1971 uitgegeven, zoals het kolofon ons leert, en de viering van de honderdste geboortedag van Streuvels werd daartoe als aanleiding genomen. Joos Florquin, groot Streuvelskenner en vriend van de auteur, hoewel een van zijn onvervulde levenswensen het televisie-interview met de schrijver was, kon dit werk op 30.000 exemplaren laten verspreiden, met medewerking van de Kredietbank, en uitgegeven bij Lannoo Tielt. Ze is nooit in de handel geweest, maar bevat wel een schat aan gegevens over het persoonlijke leven van Stijn Streuvels. De kleine beschadiging van de voorkant van de brochure is geen rechtvaardiging voor de belachelijke prijs die ik ervoor betaald heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten