Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

maandag 19 april 2010

Almanach Payot en Clubcodex liederboek Ghendt

Ik heb nog zoveel boeken te bespreken, dat het nu wel onoverzichtelijk wordt. Recent heb ik twee mensen beloofd het te hebben over die fameuze eerste editie van Streuvels oorlogsdagboeken, en bovendien moet ik ook nog een dichtbundeltje van een Amerikaanse priester bespreken, maar ik kom er om diverse redenen niet toe. Het zal wel ooit gebeuren, hou het van me tegoed.

Vandaag wil ik even twee Studentica bekijken, die ik recent verworven heb.

Het eerste is de Clubcodex-Liederboek van het Gentse Seniorenconvent, uitgave van 13 mei 1978. Het jaar dat ik een serieus mens geworden ben. Voor degenen althans die de zaken niet al te nauw nemen. Maar goed, gedane zaken nemen geen keer. Zeker geen twee keer. Het voorwoord is van ene Mark Uytterhoeven, Senior Seniorum 1977-1978.

Dat deze codex geënt is op de Leuvense codex, is geen nieuws, ook al niet  omdat Rik Wyckmans, Praeses van S.K. Gent 1935-1936 zelf verwijst naar de oorspronkelijke bron van dit werk: het Leuvense K.V.H.V.  Mon De Goeyse richtte daar het Seniorenkonvent op, waarvan hij de eerste Senior was. Toen de eerste studentencodex verscheen, een jaar eerder, zagen de Gentenaars daar wel het nut van in, en zij maakten in analogie een eigen versie. Daar heb ik nu voor een luttele halve euro een ongerept exemplaar van te pakken gekregen. De ijverige wiskundestudent heeft er zijn gegevens in geschreven, en nu mag ik dus dit leuke instructie- en zangboek het mijne noemen. Een vergelijking met de Leuvense ga ik in mijn eentje maken, aangezien ik een jaar of twee geleden in mijn papieren dagboek reeds een uitgebreide beschouwing daarover gegeven heb.  Ik stel alleszins vast dat de Leuvense codex een behoorlijk aantal pagina's meer telt.

Zoals gebruikelijk zoek ik naar kleine details, die iets vertellen over de uitgevers, in welke zin dan ook. Zo vind ik de schrijfwijze van de naam van de hierboven vermelde Rik Wyckmans bij de tekst van het clublied van Limburgia terug in de variant "Rik Wijckmans". Mag ik zeggen dat dit ronduit een gebrek aan aandacht is, de naam van de stichter van het Convent in één en dezelfde uitgave niet eenduidig aan te houden?

Een ander gegeven is de stichting van een aantal clubs. Zijn de stichters en de latere archiefhouders zo laks geweest zelfs niet meer genoeg papier bewaard te hebben om de naam van de stichter te onthouden? Een serieuze oproep aan de oud-studenten van de Gentse Universiteit is toch wel op zijn plaats om minstens fragmenten van archief terug in handen te krijgen, en deze desnoods centraal te laten bewaren. Mag ik deze suggestie aan Akim doorspelen? Zelfs de stichter van de Dijlebrassers wordt niet vermeld, terwijl Mark Uytterhoeven toch nog steeds zonder ketens over straat loopt. Hij is dus mogelijk nog aanspreekbaar.

Al bij al zijn dat kleine kritieken, die niets afdoen aan het boekje. Het is zelfs plezierig te weten dat je hier en daar nog enige taken kunt aanwijzen. Of mogelijk zijn deze feilen in een latere editie weggevlakt. De enige nog resterende vraag is waarom op de omslag  staat: S.K. Ghendt? Niet genoeg fierheid om de naam van de stad correct te schrijven? Of vergeten we dat diezelfde universiteit in 1930 vernederlandst c.q. vervlaamst werd, en dat Gent dus toen reeds Gent was? Hoe dan ook, de reden voor die eigenaardige schrijfwijze wil ik graag kennen.

Een ander ding is een Franse agenda-kalender, die volgens de uitgevers Payot en Cie te Paris de pretentie had een vademecum voor de Franse scholier te worden. En inderdaad, het bevat een heleboel gegevens die voor allerlei doeleinden nuttig kunnen zijn, zelfs instructief. Zo begint het boekje met een identificatiebladzijde, zoals dat voor dat soort van agenda's gebruikelijk, bijna noodzakelijk is. Mijn student heeft zijn gegevens niet ingevuld, hij heeft het boekje zorgvuldig bewaard, en mij mits eveneens een halve euro ongeschonden laten geworden, met gebruikmaking van een onwetende rommelverkoper, die dit "prul" en het andere hierboven besproken prul even bekeek, en achteloos zei: "allez, nen halven euro 't stuk." Hij had een zwaar Gents accent. Leuk om te zien is dat naast naam, adres en school ook de volgende gegevens onontbeerlijk zijn om zich te identificeren als een Frans scholier:

NOTES PERSONNELLES
no de téléphone.............................
no de la  montre............................
no de la bicyclette.........................
pointure des gants.........................
pointure des chaussures.................
taille......cm. le...............1923
poids, .......kg. le ................1923.
Mooi toch. Vervolgens krijgen we een gewone dagkalender, met vermelding van Heilige van Dienst. In de Franse seculiere staat kan het niet anders of dit agendaatje was van katholieke factie. We draaien naar bladzijde 8 en hebben twee bladzijden kleinschrift nodig om het Tarif Postal aan te leren. Ik onthoud alleen dat voor de verzending van Lettres ordinaires et Paquets clos. tot 25 gr., 25 c. neergeteld werd, van 20 tot 50 gr. werd dat 40 c. Boven de 100 gr. moest men 15 c. per 100 gr. of fractie van 100 gr. betalen. Eigenaardig! Maximum gewicht: 1,500kg.
 
wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten