Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

maandag 17 mei 2010

Ave, Caesar Gezelle. Zij die gaan lezen

Ik ga de hoek van mijn Gezelle-Verriest-Rodenbach-Streuvelsafdeling moeten verwennen met de aanbouw van een nieuwe vleugel. Tussen alle boekengeweld van afgelopen vrijdag heb ik zoveel lekkers gevonden in de genoemde auteurskring, dat ik er weken lectuur aan overhoud.

Terwijl ik nog steeds ijverig Caesar Gezelle's  werk genaamd "Guido Gezelle", dat hij op 27 maart 1918 voltooide te Versailles, als treinlectuur aan het verwerken ben, heb ik nu dus ook van dit neefje van de grote meester het boekje Solitudo - acht dagen bij de Trappisten in handen gekregen. Uitgegeven bij Jos. Vermaut te Kortrijk in 1927 blijkt dit een eerste druk te zijn. Het boekje zelf is mooi bewaard, en heb ik voor een habbekrats (2 euro) mogen meepikken. Een koopje. Dat Caesar Gezelle een retraite van 8 dagen in de Abdij La Trappe beschrijft, is voor mij aanleiding om mijn voorliefde voor dit gezegend brouwersvocht, en de liefde voor boeken even te combineren. Zoals geweten zijn er op dit ogenblik zeven bieren die officieel de naam Trappist mogen dragen. Achel en La Trappe zijn de twee minder gewaardeerde soorten. Minder gewaardeerd, niet omwille van de kwaliteit, die even hoog is als de andere trappistenbieren, maar vooral omdat ze elk op hun manier gewoon minder bekend zijn. Achel omdat ze nog niet zo lang geleden de titel gekregen hebben, La Trappe omdat het en haat-liefde relatie met de resencenten aangekweekt heeft, en nu eens de naam wel, dan weer niet mocht dragen. La Trappe is daarbij de enige buitenlandse gast in dit illuster gezelschap. En de naam van de orde, Cistercienzers weliswaar, heeft in de lage landen een synoniem gekregen dat gebaseerd is op de naam van de abdij waar Caesar Gezelle dus (misschien) een retraite gedaan heeft. Alhoewel, de naamgeving van de abdij en van de orde is eerder een wisselwerking tussen beide. Het toont aan hoe flinterdun de grens tussen het fait-divers en de geschiedenis kan zijn.

In deze abdij is de auteur dus literair een rustperiode gaan nemen. Op het ogenblik dat hij dat schreef, verbleef hij inderdaad te Versailles, als proost van een grote groep Vlaamse vluchtelingen, maar ook als leraar germaanse talen. Is hij inderdaad door twijfel overmand steun gaan zoeken in die abdij, of is het een louter literaire evocatie? daar ben ik nog niet uit. Stijn Streuvels, een volle neef van Caesar, is een tijdlang goed bevriend geweest met hem, maar de vriendschap is op zeker ogenblik fel bekoeld. Vooral het beheer van de nagelaten geschriften, zeg maar het archief van Guido Gezelle zorgde voor grote spanningen tussen beiden. Maar ook de visie op de persoon van Guido Gezelle heeft een wig gedreven tussen beide.

Caesar stond als dichter steeds in de schaduw van de Grote Guido, en een zekere mate van onzekerheid over zijn positie zal een paar keren leiden tot een jaloerse reactie, die niet door iedereen op prijs gesteld werd. Zeker een flapuit en rechtlijnig landman als Stijn Streuvels kon met zulke toestanden niet overweg. Na de oorlog kwam Caesar in rustig vaarwater terecht, maar een zware en slopende ziekte maakte hem het leven zuur. Hij stierf in 1939 dan ook als een eenzaam man. Ik ben blij met deze onverwachte aankoop. Tussen de vele andere.

wordt vervolgd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten