Vanmorgen was ik eventjes nieuwsgierig naar mijn bezoekers. Hoe komen ze hier? De teller geeft er een indruk over.
Ik vind het helemaal niet verbazend dat Tante Google in haar drie verschijningsvormen die hier getoond worden, goed is voor een aanvoer van meer dan 68 % van de bezoekers, volgens de top-15 van de domeinen. Maar zéér mooi om te zien is dat de door mij hoogst gerespecteerde Perkamentus tekent voor liefst 20% van de trafiek. En een al evenzeer gerespecteerd collega-blogger is BibliothecaStudentica, die op eerbiedige afstand moet volgen met 3%, de investeringsdrempel waarboven je in veel beursgenoteerde bedrijven moet openbaar maken dat je aandeelhouder bent (!). De andere beschouw ik gemakkelijkheidshalve als kleinere contacten, maar sommige die ik nauwelijks sinds een maand bezoek, genereren al een merkwaardig aandeel in mijn bezoekers.
Ik wil daarmee maar zeggen dat het van belang is een ruime en welgekozen kring te organiseren om regelmatige bezoeken aan je blog te bewerkstelligen. Dat is uiteraard voornamelijk van belang voor mensen die de blog in de eerste plaats voor commerciële of publicitaire redenen aangemaakt hebben, of die een expliciete boodschap in de wereld willen sturen. In mijn geval is dat niet zo noodzakelijk, maar een regelmatige blik op die statistieken kan toch leuke vaststellingen meebrengen. Ik jaag dan ook niet actief op bezoekers.
Mooi is ook dat bezoek vanuit eigen huis (blogger.com en zijn klanten-bloggers) reeds 30 % opleveren. Dat bewijst dat de keuze van de leverancier van je blog-software ook niet zonder belang is, met de vraag hoe de interne bezoeken zo vlot mogelijk uit te voeren zijn. Zo kan ik het me voorstellen dat er goede (en misschien ook minder goede) redenen zijn om naast de publieke lijst van blogs ook een verborgen lijstje van niet publiek te maken blogs zou moeten gemaakt kunnen worden.
Zo studerende, heb ik vastgesteld dat een bezoeker uit Aruba met een Nederlandstalige zoekterm langsgekomen is. En dat een heleboel mensen een Engelse provider hebben, terwijl ze van daaruit toch met Nederlandstalige zoektermen uit de hoek komen. Een groet stuur ik dan ook graag naar Polen, Portugal, Luxemburg en Maleisië. Maar door het gebruik van andere software heb ik evenzeer kunnen vaststellen dat sommige bezoekers uit de meest exotische landen niet eens door de teller opgemerkt werden. En dat één enkele bezoeker uit Texas op enige minuten tijd meer dan dertig pogingen gedaan heeft om bij mij binnen te komen, zonder dat er een domein of url te lezen viel. Zonderling, misschien zelfs gevaarlijk. Alles is relatief, zelfs de relativiteit.
Ik vind het helemaal niet verbazend dat Tante Google in haar drie verschijningsvormen die hier getoond worden, goed is voor een aanvoer van meer dan 68 % van de bezoekers, volgens de top-15 van de domeinen. Maar zéér mooi om te zien is dat de door mij hoogst gerespecteerde Perkamentus tekent voor liefst 20% van de trafiek. En een al evenzeer gerespecteerd collega-blogger is BibliothecaStudentica, die op eerbiedige afstand moet volgen met 3%, de investeringsdrempel waarboven je in veel beursgenoteerde bedrijven moet openbaar maken dat je aandeelhouder bent (!). De andere beschouw ik gemakkelijkheidshalve als kleinere contacten, maar sommige die ik nauwelijks sinds een maand bezoek, genereren al een merkwaardig aandeel in mijn bezoekers.
Ik wil daarmee maar zeggen dat het van belang is een ruime en welgekozen kring te organiseren om regelmatige bezoeken aan je blog te bewerkstelligen. Dat is uiteraard voornamelijk van belang voor mensen die de blog in de eerste plaats voor commerciële of publicitaire redenen aangemaakt hebben, of die een expliciete boodschap in de wereld willen sturen. In mijn geval is dat niet zo noodzakelijk, maar een regelmatige blik op die statistieken kan toch leuke vaststellingen meebrengen. Ik jaag dan ook niet actief op bezoekers.
Mooi is ook dat bezoek vanuit eigen huis (blogger.com en zijn klanten-bloggers) reeds 30 % opleveren. Dat bewijst dat de keuze van de leverancier van je blog-software ook niet zonder belang is, met de vraag hoe de interne bezoeken zo vlot mogelijk uit te voeren zijn. Zo kan ik het me voorstellen dat er goede (en misschien ook minder goede) redenen zijn om naast de publieke lijst van blogs ook een verborgen lijstje van niet publiek te maken blogs zou moeten gemaakt kunnen worden.
Zo studerende, heb ik vastgesteld dat een bezoeker uit Aruba met een Nederlandstalige zoekterm langsgekomen is. En dat een heleboel mensen een Engelse provider hebben, terwijl ze van daaruit toch met Nederlandstalige zoektermen uit de hoek komen. Een groet stuur ik dan ook graag naar Polen, Portugal, Luxemburg en Maleisië. Maar door het gebruik van andere software heb ik evenzeer kunnen vaststellen dat sommige bezoekers uit de meest exotische landen niet eens door de teller opgemerkt werden. En dat één enkele bezoeker uit Texas op enige minuten tijd meer dan dertig pogingen gedaan heeft om bij mij binnen te komen, zonder dat er een domein of url te lezen viel. Zonderling, misschien zelfs gevaarlijk. Alles is relatief, zelfs de relativiteit.
20 % is een mooi resultaat. Ter ere daarvan veroorloofde ik mij een knipoogje terug naar u en alle andere Belgische collegabloggers in de vorm van mijn laatsje stukje: "Een 'echte' Belg?".
BeantwoordenVerwijderenMet vriendelijke groet,