Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

maandag 25 mei 2009

Dode Zeerolletjes op een bedje van Nobelprijzen

Op 20 mei heb ik nog eens een goede oude boekensneukeltocht gedaan, en voor een prikje ben ik met veertig of vijftig titels naar huis gekomen. Dat is op zich niet veel zaaks, maar toch was het een plezier het ongeloof van de omgeving en van het personeel vast te stellen. Eén van de klanten sprak me zelfs aan aan de kassa, en vroeg me voorzichtig naar mijn vooruitzichten betreffende het lezen van al die boeken. Ik heb de vriendelijke en licht bezorgde heer gerustgesteld: ik ga ze niet allemaal lezen. Er zitten Vlaamse Filmpjes bij van 1988 en 1989, Nobelprijzen, curiosa en interessante werken over de hoofdzakelijk Vlaamse literatuur. Er wordt dus uitermate streng geselecteerd. Hier volgt een opsomming, voor mijn en uw plezier, en soms kan daar een woord duiding of interpretatie bijstaan. Voor mij is de hoofdzaak dat ik met dit aspect van het bloggen een chronologische groei in mijn bibliotheek kan zien.

  1. De Dode Zee Rollen en de verzwegen waarheid, van Michael Baigent en Richard Leigh, Tirion 1992 kan me mogelijk een stuk belangrijke kennis van zowel godsdienst, kultuur, literatuur en geschiedenis als wetenschappelijke gegevens over de archeologische omstandigheden bijbrengen.
  2. De Grote Snoecks 1988, met weer een schat aan literaire en artistieke feiten en weetjes.
  3. De Claes Omnibus drie van Standaard Uitgeverij uit 1972, met Jeroom en Benzamien, Kiki, Ik en de Witte en Ik was Student.
  4. Van Felix Timmermans: Anna-Maria, uitgegeven door P.N. Van Kampen en Zn N.V., een negende uitgave, zonder verdere jaaraanduiding. Mooi hoe in haast elke uitgave van de Timmermansboeken de naïeve tekeningen weerkomen, die als verluchting veel meer zijn dan alleen maar een ondersteuning van de tekst. Zij tonen de echte atmosfeer van zijn werk: volks, eenvoudig en oprecht.
  5. In de Unicum-reeks, uitgegeven door de samenwerking van de N.V. Servire en WM. Heineman te 's-Gravenhage: Finale, van Michael A. Musmano. Geen jaaraanduiding. Het betreft een geautoriseerde vertaling van Ten days to die, geschreven door één van de rechters van het Neurenbergproces, die alle terechtstaande protagonisten alsmede een heleboel getuigen ondervraagd heeft alvorens het proces aan te vangen. Het is niet het eerste boek dat ik heb gaande over die sinistere bunker waarin Hitler gekozen heeft voor de dood. Mogelijk werpt het nog wat bijkomend licht op de omstandigheden die geleid hebben naar de 30ste april.
  6. Met Vlag en Wimpel is een werk waarvan ik reeds het tweede deel bezit, in groot formaat, en waarin enkel de afbeeldingen van een aantal historische vlaggen en banieren zijn opgenomen. Dit werkje is van kleiner formaat, en bevat meer tekst, maar de foto's zijn klein en minder duidelijk dan hetgeen ik reeds bezit. 21 10 cm, 1984. Het is een samenwerking tussen het Provinciaal bestuur van Oost-Vlaanderen en Het Kadok. Mooie aanvulling.
  7. Twee gidsen uitgegeven door Ludion: De Koninklijke Serres Laken en Het Koninklijk Paleis Brussel, beide geschreven door Irene Smets, zonder jaartal. Zeer mooi fotowerk, en duidelijke uitleg bij deze foto's. Goed voor mijn hoekje Royalties.
  8. Oostvlaamse Literaire Monografieën nr 5: Adolf Herckenrath, door R.E.C. Willemyns in 1977. Ik heb er op zolder een aantal staan, en weet niet of dit er al bij ligt, maar ik kon er niet aan weerstaan: liever tweemaal dan niet. De Provincie heeft op dat vlak echt wel mooi werk afgeleverd.
  9. Ander uitermate degelijk werk van dezelfde orde is de reeks Monografieën over Vlaamse Letterkunde, waarin gerenomeerde literatuurkenners hun visie geven op het leven en werk van de voornaamsten onder onze groten. Het Ministerie van Openbaar Onderwijs tot en met het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur hebben hier een pluim verdiend, het aan deze reeks bestede belastingsgeld is niet weggegooid. De werkjes die ik hier voor me liggen heb, betreffen K. van den Oever (1958), Emm. de Bom (1958), Omer K. De laey (1976), A. Hegenscheidt (1966 - heruitgave?), Arnold Sauwen (1967) en P. van Langendonck (1968). Wat ik behoorlijk spijtig vind aan werken van deze kwaliteit is de naamvermelding: Soms een enkele initiaal van de voornaam, soms wordt de naam met of net zonder hoofdletter geschreven. Hoewel iedere literatuurliefhebber de voornaam van de Bom kent, zie ik een naam graag voluit geschreven, zelfs Streuvels, die als auteur een pseudoniem gebruikte, verdient zijn voornaam: dat is zo goed als een deel van je persoonlijkheid. A. Den Doolaart heeft terzake een duidelijke keuze gemaakt: ik heb geen voornaam, alleen een initiaal. Te respecteren.
  10. Nog zo een reeks: Ontmoetingen, van Desclée De Brouwer: met Paul van Ostaijen (1958), George Bernard Shaw (1958), en Leo Tolstoj (1964). deze drie reeksen zijn alle gedeeltelijk terug te vinden op mijn zolder, en mogelijk heb ik er weer een paar dubbels bij, maar dat geeft dus niet.
  11. José de Ceulaer heeft in het boekje "Elf Twintigers" een aantal Vlaamse auteurs van zeer diverse pluimage bij mekaar gebracht, en in een gesprek met elk van hen tracht hij de mens achter de auteur te beschrijven. Goed voor wie "een inleiding tot" zoekt. Frank Liedel en Libera Carlier staan niet op de zelfde trap als Jos Vandeloo of Paul de Wispelaere, laat staan van Ward Ruyslinck of Jef Geeraerts. Maar ze zijn alle van de generatie van mijn ouders. Nijgh en Van Ditmar uit The Hague The Netherlands maakt aan de arme Engelstaligen die dit boekje zouden willen lezen (maar er dus niets van zouden verstaan, daar ze zelfs niet weten waar Den Haag ligt, of het zou in Nederland moeten zijn) duidelijk dat de bedoelde stad in het bedoelde land dus The Hague in The Netherlands is. Waarom dan ook Nijgh en Van Ditmar niet vertalen? Ik durf wedden dat de domme Engelstaligen geïnteresseerd zouden zijn in een behoorlijke en betekenisvolle vertaling van een dergelijke dwaze want niet Engelstalige naam.
  12. En als slot van deze avond: Huis van Gras door Maurits van Liedekerke. Een uitgave van Facet, een dichtbundel van iemand die ik nog totaal moet (en wil) ontdekken. Een prachtig geconserveerd werkje uit 1987, gewonnen door de eigenaar op een poëziewedstrijd op 20 november 1988. En nu afgestaan voor het goede doel. Moeten auteurs en dichters eigenlijk blij of boos zijn daarom?
Koppieraait baai mie, Oldenearth, Belgium, Joerop.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten