Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

donderdag 7 mei 2009

Isabel Allende

Woensdag, na een blitsbezoek aan mijn stamcaf...eh stamboekenwinkel heb ik een cadeautje voor mijn vrouw gekocht. Zij is een fervente lezeres, en ondermeer alles wat we hier in huis hebben van Isabel Allende is reeds door haar handen gegaan. Zelf ben ik niet meer zo hevig om nog fictie te lezen, maar ik heb me al meermaals berispt, omdat hier toch echt een uitzondering moet gemaakt worden. Als ik mijn echtegenote moet geloven, lost zij het boek niet meer voordat het uit is. En dat zou dus ook kunnen gebeuren als ze Inès, vrouw van mijn hart te pakken krijgt.

Het boek is gloednieuw, de vorige eigenaar is erin beginnen lezen, maar heeft zijn bladlegger laten steken op bladzijden 64-65. Daardoor is de rug totaal onbeschadigd, en bevinden er zich ook geen zweetvlekken op de randen van het boek, hetgeen bij mij altijd het geval is wanneer ik een boek lees: je ziet dat duidelijk aan de plaatsen waar ik het vastneem en -houd.

Dit is een ideaal geschenk voor moederdag, en ik heb het genoegen het voor een prikje binnengehaald te hebben, zodat er nu nog een extra bloemetje bijkan zondagmorgen. Ik ga, mezelf kennende, het misschien lezen, zeer misschien, maar dat is zeker geen appreciatie voor de kwaliteit van zowel de auteur als haar werk. Mijn echtgenote heeft haar reeds bij meerdere gelegenheden bezongen. Dat is voor mij voldoende.

Net van even grote kwaliteit is het boek: Stijlboek voor wie helder wil schrijven door Ludo Permentier. Het is net even ongelezen, net even ongebruikt, net even goedkoop aangekocht als het voorgaande boek. En toch is dit een merkwaardig naslagwerk. Volgens mij leer je niet schrijven uit een boek. Hooguit kan een ervaren schrijver het ter hand nemen om op te zoeken hoe je best titels verzint voor een artikel, of hoe de dt-regels nu eigenlijk in elkaar zitten.

Veel interessanter vind ik de vraag hoe Engelse werkwoorden die onze taal massaal besluipen, moeten vervoegd worden. Volgens mij moet je die niet vervoegen, je moet ze gewoon niet gebruiken. Alsof men zich in Frankrijk interessanter en belangrijker gaat vinden als men de werkwoorden op de juiste wijze kan "vervoeger". Want sinds men vaststelt dat het Nederlands sluipenderwijs de Franse taal koloniseert nietwaar, spreekt men niet meer van conjuger, maar van vervoeger. Je vervoege, tu vervoeges, il vervoege, nous vervoegeons, vous vervoegez, ils vervoegent. Allez, genoeg gelachen, ik lach ook eens graag. Maar wij doen het wel massaal met Engelse woorden die te pas en te onpas onze eigen woordenschat verarmen, en niet verrijken, zoals men dat eufemistisch ook wel eens omschrijft. Wij vervoegeons die verbs englais in masse, en wij deletons onze propre woordenschat. Mesjogge is dat.

Maar dat alles is niet het belang van dit lijvige boekwerk. Het leert en ondersteunt voornamelijk journalisten om op een correcte en toch aansprekende wijze hun teksten zo op te stellen dat deze de lezer onmiddellijk vasthouden, zodat hij het artikel in kwestie niet na drie seconden loslaat om ergens anders op dezelfde bladzijde een aantrekkelijker, een vlotter geformuleerde titel de bemerken, waaronder misschien een even interessant artikel schuilgaat. Voor de krantenjournalist is dat even belangrijk als voor de blogger, die een interessante boodschap te verkondigen heeft, en die in de wirwar van info er voor moet zorgen dat zijn bladzijde koste wat kost gelezen wordt.

Het boek zelf is in die stijl ook opgemaakt. Zeer korte hoofdstukjes, met rechtstreekse, onopgepoetste informatie maken het interessant om te lezen. Alleen al de inhoudsopgave vraagt er om naar de aangegeven bladzijde op zoek te gaan. Geen woord te veel, geen woord te weinig. (ja, te weinig, he...)

Een voorbeeldje. Onder het punt "laat beelden spreken" vind je volgende onderwerpen terug:
  • het visuele detail
  • het concrete feit
  • het treffende beeld
  • de persoonlijke toets
  • het pakkende contrast
  • de anekdote
  • de sfeer
Om die punten te bespreken gaat de auteur van bladzijde 158 naar bladzijde 162. Hij gebruikt zoals gezegd zelf geen woord teveel. En toch komt het boek slechts tot zijn einde op bladzijde 637. Hij heeft dus toch één en ander te vertellen. Ik ben de eerste om mijn schrijfstijl aan een onderzoek te onderwerpen. Iemand kan er maar wat van leren.

De laatste van woensdag toont ons de afbeelding van onze betreurde vriend Guido Depraetere, die onder het goedkeurend oog van Koning Boudewijn een tijdlang voor VTM opnieuw schoolmeester speelde, en de klassen van Wilfried Martens, Senne Rouffaer, La Esterella, Urbanus en vele anderen, als Klasgenoten terug voor de leeuwen gooide. Gewoon uit interesse gekocht om de afleveringen die hier bijeen gebracht zijn, en die ik waarschijnlijk alle op TV gevolgd heb, nog even terug op te roepen. Een beetje nostalgie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten