Vandaag mijn eerste echte vakantiedag van deze zomer, en dat gaat nog zo verder tot 31 augustus. Ik had al thuis moeten zijn sinds 1 augustus, en eigenlijk was het de bedoeling vanaf de geboorte van KZ2 om een permanente en lange rustperiode te houden. Maar de Goden van de Olympos en vooral het werk hebben daar anders over beslist.
Vandaag was het voornamelijk een afkickdag: ik liep gespannen rond, achter elke hoek kon een stapel werk op loer liggen die me laffelijk in de rug zou overvallen. Pogingen om me in de tuin aan het werk te krijgen waren tevergeefs: ik wil niet. Enkel een ritje naar de garage, een bezoekje van het zeer korte soort aan een boekenwinkel, en een namiddaglijk slaapje dat zoals het hoort bij grootvaders, afgekeken is van KZ1 en KZ2 hebben mijn dag enige kleur gegeven. Lusteloos door internet gestruind, een digipass geactiveerd, enige interessante websites gevonden, een hap gegeten, en nu wat bloggen.
Straks begint er een echt feest: 11 augustus is de start van een drienachtelijk spektakel: les nouveaux vallende sterren sont arrivés! Ik ga dan weer tot een gat in de nacht buiten zitten in de kou, onder een deken en met mijn hond als onwillig gezelschap. En drinken van elke ster die ik zal zien. Helaas is de omgeving hier niet zo geschikt voor observatie van sterren, wegens veel te veel licht, maar hetgeen er toch te zien is, wil ik niet missen. De vorige jaren waren zeer mager van oogst, de bewolking liet geen ruimte voor een would be-sterrenkijker. Maar voor vannacht is er een heldere hemel aangekondigd.
De boekenoogst van de laatste dagen is niet groot geweest: alle dagen doodmoe van het werk thuis gekomen, en wanneer ik dan eens vrije tijd had, was er weer één en ander te doen dat ernstige literaire bezigheden in de weg stond. Maar van het volgende heeft men mij niet kunnen weghouden.
De geschiedenis van de Nederlandse literatuur tot de 20é eeuw, door Prof. dr. J. C. Brandt Corstius uit de reeks Het Nederlandse pocketboek van Prisma is één van die goedgeschreven, éénvoudig verwoorde werken die rechtstreeks de betekenis van de aangehaalde werken verklaart. Het is een gezaghebbend werk dat iedereen die wat wil weten over de Nederlandse literatuur moet doornemen.
Een klassieker van formaat heb ik gevonden in Jane Austen's Mansfield Park. Daar ga ik nog een mooie kluif aan hebben: het is één van die boeken die ik echt wil lezen. Wanneer, dat is de enige vraag. Uitgegeven bij het Spectrum als Spectrum klassieker in 1986.
Pegasus Amsterdam gaf een zeer kleurloos boekje uit, Multatuli aanklager strijder realist door F. W. Driessen, en dat in 1960. Een prachtige afbeelding van de streng kijkende Eduard Douwes Dekker opent het boek. Leven, werk en betekenis worden uiteengezet. Het is een mooie aanvulling van de verschillende werken die ik reeds over Multatuli heb.
Dat voor het literaire gedeelte, minder literair is hetvolgende.
Willem van der Does stelde een boekje samen, met tekeningen van Peter van Straaten, een man die een tekenpen als wapen gebruikt tegen de mens. Hij geeft met zijn zure humor aan elk menselijk wezen dat geniet van egoïsme, misantropie, brommerigheid of generatieclovitis een verfrissend juist beeld: dat van egoïst, misantroop, brombeer of belijder van het generatieclovisme. Het boekje heet Zo ben ik nu eenmaal! Lastpakken, angsthazen en buitenbeentjes.
Het concept is mooi van opzet. van der Does schrijft een tekst over pakweg "de antisociale persoonlijkheid", beschrijft daar in duidelijke bewoordingen de eigenschappen en de soorten van, en na elke beschrijving staat er een nummer, dat overeenkomt met de gelijkgenummerde cartoon van van Straaten. Je krijgt met andere woorden niet alleen de hilarische tekeningen van van Straaten, een psycholoog heeft ze, hoewel dat in omgekeerde volgorde gebeurd is, wetenschappelijk verklaard. Dat diept elke cartoon verschrikkelijk uit. Hadden de cartoons als verzamelbundel tesamen gestaan, dan zou het boekje een glimlach, een grimlach of een brulpartij tot gevolg gehad hebben, maar het zou na lectuur in een kast belanden om enkel nog als sierobject te fungeren. Hetzelfde met de teksten: op zich een vulgariserend geschrift, dat voor één keertje interessant is, en waar de liefhebber dan wel vakman of -vrouw niets aan heeft, als het zo aangeboden zou worden. De combinatie van de twee levert echter iets subliems op: humor met een grote H, ook Humor genoemd. Je bekijkt de tekeningen op een andere manier, je leest de tekst niet zoals je dat zou doen zonder de tekeningen.
Ik wil toch een poging doen om een beschrijving te geven van één van de tekeningen, dan merk je dat van Straaten best in staat is niet alleen een tekst van illustraties te voorzien, maar in de illustraties zelf nog eens een dubbele bodem te leggen. De cartoon is niet wat hij is: hij is meer!
Het hoofdstukje "Schaamte en faalangst - vermijdende persoonlijkheid" beschrijft precies wat het zegt. Mensen met faalangst, zegt van der Does, hebben een grotere kans om echt te zien gebeuren dat waarvoor ze bang zijn: blozen, stoteren, nerveus doen, want door er bang voor te zijn, gaan ze... juist ja.
Dus gaat van Straaten aan het werk, en zet een jong koppel in een parkachtige omgeving, in de nabijheid van een hekken. Enige meter verder staat een man met de rug naar hen gekeerd, bij het hekken te kijken naar een appartements- of kantoorgebouw. Het meisje keert zich naar de man, en zegt klaarblijkelijk tegen haar vriend: "O, dat is m'n vriend. Hij is een beetje verlegen."
Je bekijkt de cartoon, en krijgt een beetje een raar, onvervuld gevoel. Is het dat maar? Maar dan valt de frank. Het meisje is niet de vriendin van de jongen, maar van de verlegen man - lees het onderschrift opnieuw. Zij staat blijkbaar te praten tegen een toevallig voorbijkomende kennis, en stelt haar vriend voor. En plots keert de hele situatie: daar waar de tekst je een mooie beschrijving van een minder aangenaam verschijnsel geeft, toont de cartoon hoe mensen die hiervan op de hoogte zijn, op een negatieve en onhandige manier trachten positief te staan tegenover dit verschijnsel. Het meisje pakt dit volkomen verkeerd aan. Feitelijk is zij, en niet de met faalangst behepte man, de pineut, het slachtoffer van de scherpe tekenpen van van Straaten. Van de geniale van Straaten. De faalangst druipt van de man af, maar het is het meisje dat faalt in haar onbeholpenheid.
De tekst op de achterflap is al even tekenend: Roularta heeft niet gezien of vindt het niet nodig aan te geven hoe de geniale hand van Peter van Straaten meer is dan alleen maar een illustratieve aanvulling van de tekst.
Men zegt nergens, en dat is volkomen onterecht, dat Peter van Straaten bij het samenstellen van dit boekje een even grote rol gespeeld heeft, dat hij zelf veel meer diepgang ingebracht heeft dan de weliswaar zeer mooi geschreven teksten. Het zijn vooral de grafische dubbele bodems die dit werkje zo waardevol maken.
Roularta Books heeft er een sublieme hardcover van gemaaakt, zeer tegen de tijd bestand. Het mag dan nog maar van 2004 dateren, hier zie je een fysiek overlever. En zoals zo dikwijls, is het nauwelijks met de hand aangeraakt.
De twee andere werken komen morgen of zo aan bod.
Vandaag was het voornamelijk een afkickdag: ik liep gespannen rond, achter elke hoek kon een stapel werk op loer liggen die me laffelijk in de rug zou overvallen. Pogingen om me in de tuin aan het werk te krijgen waren tevergeefs: ik wil niet. Enkel een ritje naar de garage, een bezoekje van het zeer korte soort aan een boekenwinkel, en een namiddaglijk slaapje dat zoals het hoort bij grootvaders, afgekeken is van KZ1 en KZ2 hebben mijn dag enige kleur gegeven. Lusteloos door internet gestruind, een digipass geactiveerd, enige interessante websites gevonden, een hap gegeten, en nu wat bloggen.
Straks begint er een echt feest: 11 augustus is de start van een drienachtelijk spektakel: les nouveaux vallende sterren sont arrivés! Ik ga dan weer tot een gat in de nacht buiten zitten in de kou, onder een deken en met mijn hond als onwillig gezelschap. En drinken van elke ster die ik zal zien. Helaas is de omgeving hier niet zo geschikt voor observatie van sterren, wegens veel te veel licht, maar hetgeen er toch te zien is, wil ik niet missen. De vorige jaren waren zeer mager van oogst, de bewolking liet geen ruimte voor een would be-sterrenkijker. Maar voor vannacht is er een heldere hemel aangekondigd.
De boekenoogst van de laatste dagen is niet groot geweest: alle dagen doodmoe van het werk thuis gekomen, en wanneer ik dan eens vrije tijd had, was er weer één en ander te doen dat ernstige literaire bezigheden in de weg stond. Maar van het volgende heeft men mij niet kunnen weghouden.
De geschiedenis van de Nederlandse literatuur tot de 20é eeuw, door Prof. dr. J. C. Brandt Corstius uit de reeks Het Nederlandse pocketboek van Prisma is één van die goedgeschreven, éénvoudig verwoorde werken die rechtstreeks de betekenis van de aangehaalde werken verklaart. Het is een gezaghebbend werk dat iedereen die wat wil weten over de Nederlandse literatuur moet doornemen.
Een klassieker van formaat heb ik gevonden in Jane Austen's Mansfield Park. Daar ga ik nog een mooie kluif aan hebben: het is één van die boeken die ik echt wil lezen. Wanneer, dat is de enige vraag. Uitgegeven bij het Spectrum als Spectrum klassieker in 1986.
Pegasus Amsterdam gaf een zeer kleurloos boekje uit, Multatuli aanklager strijder realist door F. W. Driessen, en dat in 1960. Een prachtige afbeelding van de streng kijkende Eduard Douwes Dekker opent het boek. Leven, werk en betekenis worden uiteengezet. Het is een mooie aanvulling van de verschillende werken die ik reeds over Multatuli heb.
Dat voor het literaire gedeelte, minder literair is hetvolgende.
Willem van der Does stelde een boekje samen, met tekeningen van Peter van Straaten, een man die een tekenpen als wapen gebruikt tegen de mens. Hij geeft met zijn zure humor aan elk menselijk wezen dat geniet van egoïsme, misantropie, brommerigheid of generatieclovitis een verfrissend juist beeld: dat van egoïst, misantroop, brombeer of belijder van het generatieclovisme. Het boekje heet Zo ben ik nu eenmaal! Lastpakken, angsthazen en buitenbeentjes.
Het concept is mooi van opzet. van der Does schrijft een tekst over pakweg "de antisociale persoonlijkheid", beschrijft daar in duidelijke bewoordingen de eigenschappen en de soorten van, en na elke beschrijving staat er een nummer, dat overeenkomt met de gelijkgenummerde cartoon van van Straaten. Je krijgt met andere woorden niet alleen de hilarische tekeningen van van Straaten, een psycholoog heeft ze, hoewel dat in omgekeerde volgorde gebeurd is, wetenschappelijk verklaard. Dat diept elke cartoon verschrikkelijk uit. Hadden de cartoons als verzamelbundel tesamen gestaan, dan zou het boekje een glimlach, een grimlach of een brulpartij tot gevolg gehad hebben, maar het zou na lectuur in een kast belanden om enkel nog als sierobject te fungeren. Hetzelfde met de teksten: op zich een vulgariserend geschrift, dat voor één keertje interessant is, en waar de liefhebber dan wel vakman of -vrouw niets aan heeft, als het zo aangeboden zou worden. De combinatie van de twee levert echter iets subliems op: humor met een grote H, ook Humor genoemd. Je bekijkt de tekeningen op een andere manier, je leest de tekst niet zoals je dat zou doen zonder de tekeningen.
Ik wil toch een poging doen om een beschrijving te geven van één van de tekeningen, dan merk je dat van Straaten best in staat is niet alleen een tekst van illustraties te voorzien, maar in de illustraties zelf nog eens een dubbele bodem te leggen. De cartoon is niet wat hij is: hij is meer!
Het hoofdstukje "Schaamte en faalangst - vermijdende persoonlijkheid" beschrijft precies wat het zegt. Mensen met faalangst, zegt van der Does, hebben een grotere kans om echt te zien gebeuren dat waarvoor ze bang zijn: blozen, stoteren, nerveus doen, want door er bang voor te zijn, gaan ze... juist ja.
Dus gaat van Straaten aan het werk, en zet een jong koppel in een parkachtige omgeving, in de nabijheid van een hekken. Enige meter verder staat een man met de rug naar hen gekeerd, bij het hekken te kijken naar een appartements- of kantoorgebouw. Het meisje keert zich naar de man, en zegt klaarblijkelijk tegen haar vriend: "O, dat is m'n vriend. Hij is een beetje verlegen."
Je bekijkt de cartoon, en krijgt een beetje een raar, onvervuld gevoel. Is het dat maar? Maar dan valt de frank. Het meisje is niet de vriendin van de jongen, maar van de verlegen man - lees het onderschrift opnieuw. Zij staat blijkbaar te praten tegen een toevallig voorbijkomende kennis, en stelt haar vriend voor. En plots keert de hele situatie: daar waar de tekst je een mooie beschrijving van een minder aangenaam verschijnsel geeft, toont de cartoon hoe mensen die hiervan op de hoogte zijn, op een negatieve en onhandige manier trachten positief te staan tegenover dit verschijnsel. Het meisje pakt dit volkomen verkeerd aan. Feitelijk is zij, en niet de met faalangst behepte man, de pineut, het slachtoffer van de scherpe tekenpen van van Straaten. Van de geniale van Straaten. De faalangst druipt van de man af, maar het is het meisje dat faalt in haar onbeholpenheid.
De tekst op de achterflap is al even tekenend: Roularta heeft niet gezien of vindt het niet nodig aan te geven hoe de geniale hand van Peter van Straaten meer is dan alleen maar een illustratieve aanvulling van de tekst.
"Aan de hand van de tekeningen van Peter van Straaten biedt Willem van der Does u een kijkje in de keuken van klinisch psychologen en psychiaters, en geeft hij een rake schets van de soms tragische, soms hilarische aspecten van de menselijke persoonlijkheid. Hij geeft echter ook omgangstips, waardoor dit boek nuttig kan zijn voor iedereen die wel eens met een lastig of moeilijk te doorgronden individu te maken heeft - ook als u zélf dat individu bent."
Men zegt nergens, en dat is volkomen onterecht, dat Peter van Straaten bij het samenstellen van dit boekje een even grote rol gespeeld heeft, dat hij zelf veel meer diepgang ingebracht heeft dan de weliswaar zeer mooi geschreven teksten. Het zijn vooral de grafische dubbele bodems die dit werkje zo waardevol maken.
Roularta Books heeft er een sublieme hardcover van gemaaakt, zeer tegen de tijd bestand. Het mag dan nog maar van 2004 dateren, hier zie je een fysiek overlever. En zoals zo dikwijls, is het nauwelijks met de hand aangeraakt.
De twee andere werken komen morgen of zo aan bod.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten