Gezellig. Vanmorgen scheen de zon, er was geen wind of regen die de mensen het leven moeilijk maakte, en met een grote zak en goedgevulde geldbeugel trok ik dus naar de rommelmarkt te Leupegem, om snuisterend door dozen vol boeken de nodige zuurstof op te doen voor de rest van het weekend.
Zoals dat ook met sporten het geval is, om zuurstof binnen te krijgen, moet je eerst flink wat zuurstof verbruiken, en menig doosje werd omgekeerd, om daarna door mij wezenloos achtergelaten te worden, net zoals de boeken en het oude papier dat erin te vinden was, wegens geen inhoud.
Maar... één doos was wel iets speciaals. Iemand had blijkbaar een zolder leeggehaald, en ik deed er wel een beetje langer over om het parcours af te leggen. En zie, daar lag het. Een onbeduidend, vaalgeel boekje; twintig centimeter op dertien, waarop ik las:
Een eindje daaronder:
en nog lager:
De onhandige maar wel efficiënte restauratie van de rug verborg enige letters, maar mijn frank viel onmiddellijk: dit was een eerste druk van "Van Den Kleenen Hertog" van Guido Gezelle.
Het boekje heeft afgezien, vocht, vieze plekken, scheuren, kleefband, afgescheurde hoeken... als je 132 jaar oud bent, is grijs haar niet ongebruikelijk, als je er dan nog hebt. Maar het is echt: het is een originele Gezelle! Ooit eigendom geweest van het "Klooster St. Jansput", ofte het "Couvent Puits St. Jean" (het verplichte koppelteken tussen St. en Jan in de huidige spelling heb ik in analogie met de aangebrachte vermelding in het boekje weggelaten). In een zoektocht naar wat dat klooster voorstelt, kom ik via google terecht in Volledig Dichtwerk door Guido Gezelle, door Jozef Boets en Frans Berkelmans, en daar lees ik fragmentarisch op bladzijde 434 hetvolgende:
145 Sint-Jansput (waar Zuster Stanislas - Octavie van Gillewe 1836 - 1891 - overste was; ook Gezelle's zus Florence, binnengetreden bij de Zusters van Heule als Zr. Colomba verbleef er).
Inderdaad, onder de hoofding "Liederen, Eerdichten en Reliqua" nummer 67, kortweg LER67 staat vermeld het gelegenheidsgedicht Nisi Dominus, met in regel 145 de vermelding van het huis, waar de zus van Guido Gezelle onder haar kloosternaam Zuster Colomba verbleven heeft: het was in het Klooster Sint-Jansput. In het boekje staat éénmaal de vermelding in potlood: Couvent Puits St. Jean, en éénmaal met een fijne kroonpen geschreven: +Klooster St Jansput.
In het boekje komt er nog een potloodaantekening voor, die door water, de tijd, en een doorhaling en overschrijving helemaal onleesbaar is geworden. Laat dat nu mogelijk de naam van de eigenaar of eigenares zijn (Zuster Colomba?). Ik durf er nauwelijks van dromen.
Is het een stout besluit dat dit boekje, dit unieke exemplaar, ooit is gekocht door of eigendom geweest is van de fiere zus van de dichter? Of door de dichter zelf geschonken aan zijn zus? (Want in 1873 reeds was zij ingetreden, en geld was één van die dingen die een kloosterzuster in die tijd niet hoefde te bezitten.) Of is het boekje gewoon door het klooster aangeschaft om in de klassen te gebruiken om voor te lezen? Alleszins weet ik dat in het klooster te Kortrijk, dat een bijhuis was van het "Moederhuis" te Heule, jarenlang een (gipsen) afbeelding van Guido Gezelle tot de vaste aandachtspunten van de dames behoorde, en dat aan elke bezoeker met enige wereldse fierheid getoond en becommentarieerd werd. Men was er niet vies van Gezelle, en dat de zus daar haar hand in gehad heeft, lijkt me niet meer dan normaal.
En zijn misschien honderd jaar later de goederen voortkomend uit een opruimbeurt bij een rommelmarkthandelaar terecht gekomen? Deze heeft mij het "prul" voor vijftig cent afgestaan. Zelfs als het niet van Zuster Colomba geweest is, blijft het een eerste druk van een misschien niet allerorigineelst werk van Guido Gezelle. Een mercantiel gezelleliefhebber die het boekje waardeerde op 5 euro, heeft dat er nooit voor gekregen, getuige ikzelf. De financiële waarde is voor mij dan ook van geen enkel belang, in mijn bibliotheek krijgt het een ereplaats, voor mij is het een topstuk.
Zoals dat ook met sporten het geval is, om zuurstof binnen te krijgen, moet je eerst flink wat zuurstof verbruiken, en menig doosje werd omgekeerd, om daarna door mij wezenloos achtergelaten te worden, net zoals de boeken en het oude papier dat erin te vinden was, wegens geen inhoud.
Maar... één doos was wel iets speciaals. Iemand had blijkbaar een zolder leeggehaald, en ik deed er wel een beetje langer over om het parcours af te leggen. En zie, daar lag het. Een onbeduidend, vaalgeel boekje; twintig centimeter op dertien, waarop ik las:
VAN DEN
EENEN HERTOG.
Een eindje daaronder:
DOOR
UIDO GEZELLE,
en nog lager:
THIELT,
J.-D. MINNAERT, uitgever
1877.
De onhandige maar wel efficiënte restauratie van de rug verborg enige letters, maar mijn frank viel onmiddellijk: dit was een eerste druk van "Van Den Kleenen Hertog" van Guido Gezelle.
Het boekje heeft afgezien, vocht, vieze plekken, scheuren, kleefband, afgescheurde hoeken... als je 132 jaar oud bent, is grijs haar niet ongebruikelijk, als je er dan nog hebt. Maar het is echt: het is een originele Gezelle! Ooit eigendom geweest van het "Klooster St. Jansput", ofte het "Couvent Puits St. Jean" (het verplichte koppelteken tussen St. en Jan in de huidige spelling heb ik in analogie met de aangebrachte vermelding in het boekje weggelaten). In een zoektocht naar wat dat klooster voorstelt, kom ik via google terecht in Volledig Dichtwerk door Guido Gezelle, door Jozef Boets en Frans Berkelmans, en daar lees ik fragmentarisch op bladzijde 434 hetvolgende:
145 Sint-Jansput (waar Zuster Stanislas - Octavie van Gillewe 1836 - 1891 - overste was; ook Gezelle's zus Florence, binnengetreden bij de Zusters van Heule als Zr. Colomba verbleef er).
Inderdaad, onder de hoofding "Liederen, Eerdichten en Reliqua" nummer 67, kortweg LER67 staat vermeld het gelegenheidsgedicht Nisi Dominus, met in regel 145 de vermelding van het huis, waar de zus van Guido Gezelle onder haar kloosternaam Zuster Colomba verbleven heeft: het was in het Klooster Sint-Jansput. In het boekje staat éénmaal de vermelding in potlood: Couvent Puits St. Jean, en éénmaal met een fijne kroonpen geschreven: +Klooster St Jansput.
In het boekje komt er nog een potloodaantekening voor, die door water, de tijd, en een doorhaling en overschrijving helemaal onleesbaar is geworden. Laat dat nu mogelijk de naam van de eigenaar of eigenares zijn (Zuster Colomba?). Ik durf er nauwelijks van dromen.
Is het een stout besluit dat dit boekje, dit unieke exemplaar, ooit is gekocht door of eigendom geweest is van de fiere zus van de dichter? Of door de dichter zelf geschonken aan zijn zus? (Want in 1873 reeds was zij ingetreden, en geld was één van die dingen die een kloosterzuster in die tijd niet hoefde te bezitten.) Of is het boekje gewoon door het klooster aangeschaft om in de klassen te gebruiken om voor te lezen? Alleszins weet ik dat in het klooster te Kortrijk, dat een bijhuis was van het "Moederhuis" te Heule, jarenlang een (gipsen) afbeelding van Guido Gezelle tot de vaste aandachtspunten van de dames behoorde, en dat aan elke bezoeker met enige wereldse fierheid getoond en becommentarieerd werd. Men was er niet vies van Gezelle, en dat de zus daar haar hand in gehad heeft, lijkt me niet meer dan normaal.
En zijn misschien honderd jaar later de goederen voortkomend uit een opruimbeurt bij een rommelmarkthandelaar terecht gekomen? Deze heeft mij het "prul" voor vijftig cent afgestaan. Zelfs als het niet van Zuster Colomba geweest is, blijft het een eerste druk van een misschien niet allerorigineelst werk van Guido Gezelle. Een mercantiel gezelleliefhebber die het boekje waardeerde op 5 euro, heeft dat er nooit voor gekregen, getuige ikzelf. De financiële waarde is voor mij dan ook van geen enkel belang, in mijn bibliotheek krijgt het een ereplaats, voor mij is het een topstuk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten