Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

maandag 30 november 2009

Een tas met een oor af

Soms zijn er ook redenen om een boek niet te kopen.  Gisteren, tijdens de "antiek en brokante"-markt in de Qubus te Oudenaarde is me zulk een moment overkomen.

Er was relatief weinig aanbod van boeken, maar de boeken die er lagen waren dikwijls van hoge kwaliteit.  Ze gingen meestal mijn budget ver te boven. Dat was vooral te wijten aan de aanwezigheid van echte antiquairs, die naast hun klassieke stukken ook wel enig aanbod van het betere boek aanboden. En de rest was meestal het bekijken niet waard.

Tussen al dat fraaie werk was er één dat speciaal mijn aandacht getrokken had. Het was niet echt een boek, maar een schrift, dat wel in een zware hardcover stak. Ongelijnd papier, keurig genummerd met een gedrukte stempel, leek het me eerder op een soort register, waarbij iedere bladzijde blijkbaar door de nummering bewijswaarde vertegenwoordigde.  Waarvan zal ik nooit weten, er stond geen enkel ambtelijk gegeven in te lezen.

Wat er wel in stond, was echter van een bijzondere schoonheid. Een etiquette vermeldde de fraaie en duidelijke titel van het erfstuk in wording: Carnet de Poésis. En dat was het dan ook.  Een vooroorlogs handschrift, in fijne pen, zeer verzorgd, ontsluierde op elke bladzijde een nieuw gedicht. De verzamelaar(ster) van deze dichtwerken was blijkbaar systematisch te werk gegaan. Van één dichter stonden soms drie, vier, vijf werken achter mekaar. En de inventaris ervan werd achteraan netjes in een table de matières opgesomd. Dichter, onderlijnd. En in een verzorgd ingesprongen kolom het nummer van de bladzijde en de titel van het gedicht. Mignonne, allons voir si la rose, een gedicht van Pierre de Ronsard, tussen nog een paar andere titels. Alles met vooroorlogs geduld gecaligrafeerd.

Bonne Maman Eufrasie, ik ga ervan uit dat het een dame van enige stand was, zoniet, Matante Jeanne-Françoise had er haar tijd, haar geduld en haar caligrafische kennis en kunde in gestoken om van het schriftje, haar "Carnet de Poésis" iets te maken dat door de erfgenamen nog honderd jaar kon gekoesterd worden.

Dat had ook kunnen gebeurd zijn, maar God weet welke gebeurtenissen er een stokje voor gestoken hebben. Het feit dat het boekje teruggevonden werd tussen een stapel andere lektuur, waaronder een niet gering aantal kerkboeken, bijbelvertellingen, zelfs een bijbel in een zestal boekdelen, bewijst waarschijnlijk wel dat er een zolder opgeruimd was, jaren na het overlijden van Bonne Maman of van Matante.

Doch voor de opruiming is er helaas dat iets gebeurd, dat me heeft doen afzien van de aankoop. Het abrupte einde van de inventaris wees er reeds op dat de verzameling dichtwerken voortijdig een einde genomen heeft. Hoe het dan verder gegaan is, weten we uiteraard niet, maar even doorbladeren na het laatste gedicht over de vermeend blanco bladzijden deed me de haren ten berge rijzen.

Een jongedame, vermoedelijke erfgename van de eigenlijke erfgenaam of erfgename, heeft zonder besef van de getuigenwaarde van dit handschriftje, het papier gebruikt om haar eigen dagboek neer te ... kliederen. In pure puberstijl liet ze ons weten dat op een zekere dag in 199X zij besloten had een dagboek bij te houden. Na een kleurrijke beschrijving van enige gebeurtenissen die pubermatig van het hoogste belang waren, kwamen we plots  te weten dat de jongedame nog graag een ... (ik citeer) behatje gekregen had. De strenge puberwetten hadden haar lichaam blijkbaar hier en daar enige transformatie laten ondergaan, en de wens naar bepaalde kledingstukken is een natuurlijk verlangen voor wie wel eens twaalf of dertien jaar en vrouw in wording is. Een tekening van het verlangde kleinood vulde aan hetgeen waarvoor woorden te kort schoten. En daar de tekening ook niet alles zei (je moest een graad in de lingeriologie hebben om het bouwplan te kunnen lezen) werd duidelijkheidshalve nog deze epitheton ornans gelanceerd: zo één met een onderstuk, dat vind ik zo mooi. Dat liet uitschijnen dat het op zijn minst menens was.

Een bijdrage van een andere dag gaf de volle, vrouwelijke laag aan een vertegenwoordiger van het andere dus min of meer mannelijke geslacht.  De nietsvermoedende adonis werd omschreven (en ik citeer, wees niet gechockeerd) als dubbele punt een stuk stront, een hoop afval, een lul, en meer van dergelijke schoonheden die enkel uit een gekwetste meisjesziel kunnen opwellen als het menens is, en de inspiratie groot. Het was bij haar duidelijk altijd menens.

Het boekje mocht dan zo fraai en edel begonnen zijn, de zes of zeven bladzijden dagboek van een pubermeisje hebben de totale schoonheid naar de knoppen geholpen.

Gedurende 10 minuten heb ik staan kijken, kiezen en keuren, en uiteindelijk heb ik het neergelegd. Ik kon het niet over mijn hart krijgen de erfenis van Bonne Maman dan wel Matante mee naar huis te kopen, om verder aan de onnadenkende toevoegingen van achter-kleindochter of achter-achternichtje blootgesteld te worden.  Ik hoop oprecht dat de verkoper eveneens tot inkeer komt, en de onterende bladzijden genadelijk maar proper verwijdert, dan wel het boekje een eerbaar einde bezorgt op de brandstapel. Het te koop aanbieden van een dergelijk verminkt werk is een daad van wanbegrip voor wat kan en wat niet kan verkocht worden. Het maakt zijn reputatie als antiquair bedenkelijk. Een tas met een oor af, dat verkoop je ook niet.

Laat me met de woorden van Pierre de Ronsard, die hij offreerde aan Cassandre, eer brengen aan Bonne Maman Eufrasie of aan Matante Jeanne-Françoise, en haar over het graf heen plaatsvervangend de terechte verontschuldigingen aanbieden voor de ontering van haar erfenis.

Pierre de RONSARD (1524-1585)


Mignonne, allons voir si la rose
A Cassandre


Mignonne, allons voir si la rose
Qui ce matin avoit desclose
Sa robe de pourpre au Soleil,
A point perdu ceste vesprée
Les plis de sa robe pourprée,
Et son teint au vostre pareil.


Las ! voyez comme en peu d'espace,
Mignonne, elle a dessus la place
Las ! las ses beautez laissé cheoir !
Ô vrayment marastre Nature,
Puis qu'une telle fleur ne dure
Que du matin jusques au soir !


Donc, si vous me croyez, mignonne,
Tandis que vostre âge fleuronne
En sa plus verte nouveauté,
Cueillez, cueillez vostre jeunesse :
Comme à ceste fleur la vieillesse
Fera ternir vostre beauté.
Met bloedend hart heb ik de markt verlaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten