Bij mijn vorige bijdrage heb ik al verhaald over de diepe, onuitwisbare indruk die Dame op me achtergelaten heeft, en accessoir heb ik enige boeken vernoemd en beschreven die ik vanonder haar grijpgrage, maar goed gemanicuurde klauwen vandaan gehouden heb. Ik zal haar bij het vernoemen van de volgende werken vermoedelijk toch niet ontriefd hebben.
Zo denk ik niet dat ze erg begeesterd zou worden door de geschriften van Prof. Kanunnik Jacques Leclercq, Professor aan de Universiteit te Leuven, genaamd: Uw wil geschiede, getuigenis van Moeder Maria-Gabriël, Karmelietes. Uitgegeven door Desclée De Brouwer is het de vertaling in het Nederlands van de oorspronkelijk Franstalige tekst, die een becommentarieerde weergave is van een soort van geestelijk dagboek, bijgehouden door de zuster zelf, zonder de bedoeling te hebben een levensbeschrijving te worden. Het is van bij haar intrede als novice in de orde van Karmel, een zeer strenge orde, de bedoeling geweest de eigen geestelijke ontwikkeling te noteren, en dit gedurende min of meer vaste tijdstippen, namelijk de jaarlijks verplichte retraites, en ook gedurende de zelfgekozen of soms opgelegde bijkomende retraites. Dat heeft ze consequent volgehouden, vanaf 1906 tot aan haar dood in 1960.
Het gaat over één van die merkwaardige personen, waaraan de wereld zo rijk is, en die soms totaal verborgen een leven leiden dat eigenlijk in het lang en breed zou moeten beschreven worden. Haar roeping en haar keuze brengen er haar echter toe in volkomen afzondering en in de grootste stilte en verborgenheid een leven te leiden waarvan het grootste deel onbekend zal blijven. Toch hebben wij ook nood aan getuiginissen over precies deze mensen en hun leven en levensomstandigheden. Dat allemaal volgens het adagio dat iemand wel recht heeft op een priveleven, maar dat die grenzen van prive en openbaar soms al te opzichtig afgedekt worden, terwijl daar de middeleeuwse noodzaak niet meer toe bestaat, integendeel, tegenwoordig denkt men daar precies radikaal het tegenovergestelde van. Maar ook daar kan men naar hartelust in overdrijven.
Maria-Gabriël werd in 1884 in Antwerpen geboren als Gabriëlle De Ridder, en uit bewaarde geschriften weet men dat ze in 1896 reeds overwoog toe te treden tot één of andere kloosterorde. Toch zou ze een vrij normaal jonge meisjesleven leiden, zelfs enige kortstondige relaties hebben, vooraleer een retraite haar "waarachtige bekeering" zou inluiden. Zij treedt toe tot de Karmel op 6 mei 1906. Voorheen heeft ze in 1904 nog een eerste prijs behaald op het Conservatorium te Antwerpen voor zang en piano, waarvoor zij een met juwelen bezet horloge ontving uit de handen van de Koningin.
Haar verdere levensloop houd ik voor later, maar deze is toch tekenend voor sommige mensen die zeer jong al weten wat ze willen, en die er ook doelbewust naar toe werken. Het is weer één van die merkwaardige boekjes, waar ik zo van houd om ze te bezitten.
Zo denk ik niet dat ze erg begeesterd zou worden door de geschriften van Prof. Kanunnik Jacques Leclercq, Professor aan de Universiteit te Leuven, genaamd: Uw wil geschiede, getuigenis van Moeder Maria-Gabriël, Karmelietes. Uitgegeven door Desclée De Brouwer is het de vertaling in het Nederlands van de oorspronkelijk Franstalige tekst, die een becommentarieerde weergave is van een soort van geestelijk dagboek, bijgehouden door de zuster zelf, zonder de bedoeling te hebben een levensbeschrijving te worden. Het is van bij haar intrede als novice in de orde van Karmel, een zeer strenge orde, de bedoeling geweest de eigen geestelijke ontwikkeling te noteren, en dit gedurende min of meer vaste tijdstippen, namelijk de jaarlijks verplichte retraites, en ook gedurende de zelfgekozen of soms opgelegde bijkomende retraites. Dat heeft ze consequent volgehouden, vanaf 1906 tot aan haar dood in 1960.
Het gaat over één van die merkwaardige personen, waaraan de wereld zo rijk is, en die soms totaal verborgen een leven leiden dat eigenlijk in het lang en breed zou moeten beschreven worden. Haar roeping en haar keuze brengen er haar echter toe in volkomen afzondering en in de grootste stilte en verborgenheid een leven te leiden waarvan het grootste deel onbekend zal blijven. Toch hebben wij ook nood aan getuiginissen over precies deze mensen en hun leven en levensomstandigheden. Dat allemaal volgens het adagio dat iemand wel recht heeft op een priveleven, maar dat die grenzen van prive en openbaar soms al te opzichtig afgedekt worden, terwijl daar de middeleeuwse noodzaak niet meer toe bestaat, integendeel, tegenwoordig denkt men daar precies radikaal het tegenovergestelde van. Maar ook daar kan men naar hartelust in overdrijven.
Maria-Gabriël werd in 1884 in Antwerpen geboren als Gabriëlle De Ridder, en uit bewaarde geschriften weet men dat ze in 1896 reeds overwoog toe te treden tot één of andere kloosterorde. Toch zou ze een vrij normaal jonge meisjesleven leiden, zelfs enige kortstondige relaties hebben, vooraleer een retraite haar "waarachtige bekeering" zou inluiden. Zij treedt toe tot de Karmel op 6 mei 1906. Voorheen heeft ze in 1904 nog een eerste prijs behaald op het Conservatorium te Antwerpen voor zang en piano, waarvoor zij een met juwelen bezet horloge ontving uit de handen van de Koningin.
Haar verdere levensloop houd ik voor later, maar deze is toch tekenend voor sommige mensen die zeer jong al weten wat ze willen, en die er ook doelbewust naar toe werken. Het is weer één van die merkwaardige boekjes, waar ik zo van houd om ze te bezitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten