Waar Louis Gonnissen in de buurt was, daar werden radio- en televisiestudios omgetoverd tot sluipende dierentuinen. De aanstichter van al dat dierenplezier was niet zelden die andere held, Jos Ghysen, meesterverteller, steeds met twee ingrediënten om de zaak levendig te houden: menselijkheid en humor.
Was Jos dan een meesterverteller, Louis was dat zeker. Meer nog, hij was een wetenschapper die van zijn hobby zijn beroep gemaakt had. En dat niet alleen, die hobby droeg hij uit, en je moest al van hout gemaakt zijn om al zijn smeuïge, met een lekker maaslands accent gekruide verhalen over kiekens, tijgers, chihuahua's of przwalskypaarden onbeluisterd of onbekeken aan zich te laten voorbijtrekken.
Jos en Louis hebben mekaar leren kennen toen ze in 1938 op dezelfde dag aankwamen in het internaat van Mechelen-aan-de-Maas, waar ze samen school liepen, vriendschap sloten voor het leven, en zoals Jos Ghysen het later zou uitdrukken, door de Duitsers bevrijd werden. Jos namelijk zag het internaatleven zo niet zitten, en snakte naar de vrijheid, die hij in het voorjaar 1940 op een schenkblad aangereikt kreeg van de Duitsers: alle kinderen werden naar huis gestuurd.
Beide mannen zijn hun eigen weg gegaan, Jos is leraar geworden, en doceerde talen, maar zag meer in het artistieke trekje van het radiomaken, beroep waar hij min of meer in gevallen is, maar dat hij tot een kunst verheven heeft, Louis werd ook een leraar in de wetenschappelijke richting, die al vlug merkte dat hij op zijn best was als hij de natuur in zijn juiste perspectief kon stellen, en dat bij voorkeur kon doen met practische voorbeelden voor een levend publiek.
Beide schreven ook een mooie portie boeken, de ene noemde zijn schrijfsels stukjes, toen hij bemerkte dat zijn pogingen om romans te schrijven toch nooit een nieuwe Elsschot zouden opleveren, en hij alleen nog maar schetste in plaats van te schilderen. Die bekwaamheid in het schetsen heeft hem in Vlaanderen groot gemaakt, en bovendien voorzag hij ze nog van een andere dimensie door diezelfde stukjes met zijn lijzige overgeïntoneerde en daardoor net zo gevoelvolle voordrachtkunst zowel op podium als voor de radiomicrofoon tot kunst te verheffen.
Louis bleef meer een nuchtere wetenschapper, maar hij voelde al snel aan dat hij zijn boodschap nog beter kwijt kon als hij het klankbord van zijn jeugdvriend kon gebruiken om door middel van een quasi onvoorbereid gesprek zijn publiek een veelheid aan anecdotes en weetjes aan te bieden.
Onvermijdelijk werd ook het boek als medium voor de verspreiding van zijn boodschap gebruikt, die voor de aandachtige luisteraar onveranderlijk was: de mens is slechts een klein onderdeeltje van de natuur, dus laten we niet zoveel naar onszelf maar wel naar de dieren kijken, die hoe langer hoe minder het recht krijgen hun natuurlijk leven te leiden.
Hij schreef een prachtboek, 10.000 jaar huisdieren, uitgegeven in 1995 bij het Davidsfonds te Leuven. De omslagfoto is een detail uit Rubens' De verloren zoon, en we zien een boer en boerin hun vee verzorgen: illustratief voor het werk dat de mens verricht heeft om dieren tot nut aan te wenden, en daarbij bestudeerd kweekt: het type rund of varken zou in de huidige landbouwomgeving geen enkel succes meer hebben. Daar zijn dan weer 500 snelle jaren overheen gegaan. Als de evolutie traag elk vlekje op de huid, de plaatsing van ieder pen en pluim aan de staart uitgeprobeerd heeft, heeft de mens met bestudeerd kweken een afstamming voor pakweg varkens op papier gezet, waarbij de bijbelse stamboom van de Zoon een lachertje is. Daarmee bewijzen wij waarschijnlijk het best dat wij de verloren zonen zijn van de schepping, de varkens alleen maar de slachtoffers van die zonen.
Louis vertelt honderduit over allerhande dieren en hun herkomst, hun levenswijze en hun nut of onnut voor de mensheid. Bruine rat of zwarte rat? Ze zijn zeer verschillende wezens, die genetisch nauwelijks van elkaar afwijken. En uiterst intelligent. Waarom hebben konijnen in onze kontreien de haas verdrongen? Wat zijn honden nu eigenlijk? Dom of slim? Is de struisvogel ons laatste voorwerp van domesticatie? Hoe zal dat beest er dan binnen twee-of driehonderd jaar uitzien, als we onze inspiratie op hen loslaten zoals wij het met runderen en varkens, kippen en honden gedaan hebben?
Het is een intrigerend boek, met prachtige illustraties, geschreven door een vriendelijke vaderlijke figuur, die in 2007 overleed. Zijn zoontje Steven mocht jarenlang in een radiokwis de spaarpot van Jos Ghysen laten rinkelen, waarna Jos zijn historische woorden uitsprak: had kunnen geweest zijn: vijf dagen Zwarte Woud.
Beide mannen waren vrienden, en Jos heeft zijn vriend een laatste eer betuigd via zijn blog. Lees zeker dat zeer oprechte document, waarin een twintigste eeuwse dichter zijn Egidius bezingt. Het zijn wondermooie afscheidswoorden.
In dezelfde atmosfeer heb ik bij dezelfde aankoop een handleiding van Eukanuba gekocht, genaamd: Make a good dog great. Eukanuba is een bedrijf dat dierenvoeding en -accessoires verkoopt. Zij hebben via een fishensysteem een gegevensbestand samengesteld dat de liefhebber helpt via een stap-voor-stapmethode zijn pup op te voeden, te verzorgen en te trainen. Gekocht om een vriend-hondenliefhebber een pleziertje te doen.
De twee uitersten ontmoeten elkaar: de wetenschapper die tracht respect voor de natuur bij te brengen, het bedrijf dat tracht uit de natuur zijn winst te halen. Noch de één noch de ander heeft het grote gelijk aan zijn kant. Het grote gelijk bestaat niet. Zo kunnen ook twee vrienden een gemeenschappelijke weg afleggen in het leven, en elk op hun manier met respect voor mekaar bijdragen tot mekaars succes.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten