Op 3 januari 2009 heb ik het geschreven, en gisteravond is het bewaarheid: ik heb mijn tranen niet kunnen bedwingen, toen ik op het nieuws van 11 uur hoorde dat Bob Davidse, gewoon Nonkel Bob dus, overleden is na een korte ziekte. En in plaats van een kort In Memoriam hier op mijn blog te plaatsen, heb ik een eerder emotionele getuigenis afgelegd over mijn agnostische opvattingen. Alles wat ik geschreven heb, werd beïnvloed door een dichtgesnoerde keel, en tranen die ik schaamteloos liet vloeien. Dat dit bericht dan ook op vandaag gedateerd is, doet er niet toe. Het is gisteren aangevat, onmiddellijk na het radionieuws.
Nonkel Bob was voor mij, en dat durf ik hardop te zeggen, een held, en kerel naar wie ik opgekeken heb. Tesamen met Tante Paula, later Tante Ria en uiteindelijk de onvergetelijke Tante Terry heeft hij aan de BRT, aan de drie medepresenterende dames en aan ons een gezicht gegeven. Zij hebben elk op hun beurt aan hem het gezicht gegeven dat aan gans Vlaanderen bekend is: de man met de golvende, lichtjes en steeds meer grijzende haren, de man met de zware stem, die ons froezelpapieren kunstwerkjes leerde maken, die ons bezighield op allerlei grappige manieren, die ons vooral, bovenal, leerde zingen. Samenzingen. Zijn boekjes zijn wereldberoemd in Vlaanderen, en één op de twee gitaristen die vandaag een beetje van mijn generatie zijn, hebben de akkoorden uit zijn eenvoudige boekje gehaald, en zichzelf daarna verder bekwaamd. Ze staan vandaag nog steeds op de eerste rij.
De naam van Bob Davidse kan en kon in Nederland wel voor enige verwarring en onbegrip zorgen. NONKEL Bob. Ik herinner me nog een bladzijde op Wikipedia, waar een stel Nederlanders een oeverloze discussie aanging omdat ze Nonkel geen Nederlands woord vonden, en als Nonkel Bob dan wel een "lemma" mocht zijn in Vlaanderen, dan moest er toch de nodige uitleg komen over de afkomst van het woord "Nonkel", want anders zou men dat niet overal begrijpen! Ondertussen is er in Vlaanderen nog een bekende nonkel op het scherm gekomen, Nonkel Jef, de wat simpele man met een zwaar Kempisch accent. De inwoners van de Nederlandse provincies Limburg en Brabant hadden er minder moeite mee, maar hogerop werden toch verbaasde vragen gesteld, en om uitleg verzocht hoe het kon dat een Oom Nonkel genoemd werd. Ome Bob? Nee, we hebben moeten duidelijk maken, dat het desnoods Chinees kon zijn, maar het was geen eretitel, zoals een kind zijn oom aanspreekt, het was zijn naam geworden. En namen zijn onveranderlijk. Zelfs Ome Willem werd erbij gehaald als voorbeeld om aan te tonen dat wanneer de Nederlandse kat van Ome Willem op reis geweest was, diezelfde meneer in Vlaanderen ook Ome Willem was, en wij hier dus maar bezwaarlijk konden zingen van : "De kat van Nonkel Willem is op reis geweest..."
Vergeet het. Het was een hilarische discussie, maar wees gerust, hij is onze Nonkel Bob, nee, hij was mijn Nonkel Bob, de mijne alleen, en gans Vlaanderen denkt er net zo over. Hij is van ons, en van mij, van mij alleen en van ons allemaal.
Ik ben even op zolder geweest, en heb er een paar boeken vanonder het stof gehaald. De fraaie gekartoneerde boeken die door de BRT werden uitgegeven, zoals later ook de boekjes van Schipper Mathias, van Johan en de Alverman en van Kapitein Zeppos, maar ook van Fury, en weet ik veel van wat nog uitgegeven werden, liggen nog op menige zolder en rommelkot in dozen verstopt. Hier en daar staan ze zelfs nog gewoon in de bibliotheek van de ondertussen volwassen lezer en boekenverzamelaar. Naast de boeken van Karl May, naast die fameuze reeks boeken waarvan ik de naam niet meer weet, maar die dus getekende versies waren van de grote werken uit de literatuur. Niet zo heel lang geleden heb ik ook nog een exemplaar van Manko Kapak teruggezien, maar het was in zulk een slechte staat dat ik het maar gelaten heb waar het was. En wat is er geworden van het Geheim van Killary Harbor? (Daisy, een stukje ete!) We zullen ze nog wel eens ter hand nemen.
Nonkel Bob zal de komende dagen nog een paar keer herdacht worden, heb ik zopas vernomen. Een heruitzending van een overzicht van zijn loopbaan van ergens in de jaren '9O, en nog een speciale herdenking. Als ik kan, kijk ik natuurlijk.
David Davidse, zijn zoon, en ook de familie Davidse krijgt bij deze mijn deelneming aangeboden. Maar ook de zovele echte bewonderaars, waarvan niet de minste zijn: Bart Peeters en Ben Crabé, en alle lieve kijkertjes van destijds, mogen daar in delen.
In mijn Blumengarten staan een paar sneeuwklokjes die nu hun kopjes boven de sneeuw uitsteken. Ik hoor hun melodietje klinkklainken: Vrolijke, vrolijke vrienden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten