Nu de mannen van twater hun werk degelijk afgewerkt hebben, is de tijd gekomen om nog een boek ter hand te nemen, dat geschreven is tot stichting van die Vlaamse Studenten, die in Poëzis en Rhetorika (als de ouders voldoende opvoedkundige besluitvaardigheid hebben gehad om voor hunne kinderen die keuze van onderwijsinstelling te maken, die garant staat voor een Christelijke en dus morele en maatschappelijke toekomst met het oog op een latere vorming op universitair niveau, bijvoorbeeld te Leuven) een aantal jaren door studie zich definitief zullen vormen tot volwassen mensen met de nodige verantwoordelijkheid om de leiding van de maatschappij op zich te nemen.
De auteur, M. Ballings s.j., nam de zaken ernstig op, en schreef te hunnen behoeve een handleiding, die door de student op regelmatige tijden ter hand genomen moest worden, als door studie het hoofd te zeer gevuld werd met wetenschap, en ze de behoefte voelden zich eens flink te ontspannen. Hoe groot zijn namelijk de gevaren die de jonge en onervaren studenten belagen? Niet altijd namelijk is er de zorgzame aanwezigheid van een nochtans begrijpende vader en moeder die jongens van 17-18 jaar in toom weten te houden. Hoe vlug zou zulk een student niet te vinden zijn in een lokaal waar drank verkocht wordt aan wie het wil betalen, en waar andere gevaren zo dik gezaaid eveneens op de loer lagen? Ook een hospita met zin voor verantwoordelijkheid kan niet steeds op de loer liggen om haar talrijke kostgangers steeds en altijd in het gareel te houden. Zij blijft slechts een surrogaatmoeder, en mag zij dan bezorgd zijn, zij kan nooit de echte ouders vervangen. Hebben wij niet uit de lectuur van de stichtelijke boeken van Ernest Claes geleerd dat ook studenten die onder de zorgzame hoede van Fien Janssens later als student toch ooit tot daden kwam die zo verwerpelijk waren dat zij den schrijver zelf diep geschokt hebben?
Dus heeft de vrome priester Ballings deze handleiding samengesteld, en voor uitgave aan De Bode van het H. Hart te Alken voorgelegd. Iedere student werd verondersteld zijn vrije tijd toch minstens gedeeltelijk te besteden aan deze stichtelijke lectuur.
Diezelfde Bode van het H. Hart te Alken heeft ook andere boeken uitgegeven, zoals ondermeer de beroemde reeks Christelijke Kunst, die ik voor enige tijd hier ook aangehaald heb. Als Herkenaar, zoon van een Alkense moeder, is dat voor mij reeds een reden om dit boek dan ook maar eens ter hand te nemen.
Het Nihil Obstat werd gegeven op 20 september 1919, dus zowat een maand nadat mijn vader geboren werd! Dit Nihil Obstat is echter afkomstig van G. Simenon, Libr. Sens. Vermits ik veronderstel dat de uitgave te Alken gebeurde, en dus in het bisdom Luik, is de naam Simenon best wel mogelijk. Maar het is een leuk detailtje.
Inhoudelijk is het voor de moderne lezer een verschrikking geworden. Met een dergelijk boek kunt ge tegenwoordig miets meer beginnen. Maar toen was dat nog zonder meer mogelijk.
Een onleesbare handtekening bewijst dat het boek ernstig genomen werd, maar desondanks zijn de 313 bladzijden niet alle gelezen: na bladzijde 120 is het ermee gedaan: er wordt zo hier en daar nog eens gesneden, om een hoofdstukje ertussen te nemen, maar de systematische lectuur was achter de rug. En toch, zelfs een gedicht van Omer .K. De Laey wordt aangesleept om het doel te bereiken: "De Schuttersgilde" staat in dit boek vermeld en geciteerd! 'De Koning mikt. Hij mist. De nar trekt scheve smoelen..." op bladzijde 230, onopengesneden.
Maar het devies op de omslag zegt alles: Adveniat Regnum Tuum. Mijn student is misschien minister geworden, of notaris. Of kantoorklerk. Zijn boek neemt vanaf nu een ereplaats in in mijn bibliotheek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten