Heerlijk toch, zo een man die als hij zijn mond opentrekt, altijd een uitspraak met weerklank klaar heeft, met als rechtstreeks gevolg dat elk door hem gesproken woord geïsoleerd wordt, en een bruikbare slogan kan vormen voor bij elke gelegenheid. Paul Vanden Boeynants, ooit een slager met visie en durf, later een politicus met visie en durf, zat nooit om een uitroepteken verlegen.
Zijn legendarische "teveel is trop, en trop is teveel" wordt te pas en te onpas gebruikt om te stellen dat het nu wel genoeg is geweest. Niemand zal de ware toedracht van de feiten, in de nasleep waarvan deze uitspraak gedaan werd, ooit ten volle kennen. Er hangt nog steeds een flou (artistique) omtrent de omstandigheden betreffende zijn ontvoering. Maar zijn woorden zijn de eeuwigheid ingegaan, lang voordat hij hetzelfde deed. Ooit Minister en Eerste Minister, was zijn werkelijke droom Burgemeester te worden van de Stad Brussel. Naar alle waarschijnlijkheid is het de Koning zelf, die er een stokje voor gestoken heeft. De man had in die tijd zijn vingers te fel verbrand om voor het Hof deze (seremonieel) belangrijke post te mogen bezetten.
Zijn al even legendarische tweetaligheid, die aangevuld werd met de zorgeloze zwier waarmee de wortelechte Brusselaar zich uit moeilijke taalsituaties redt, maakte hem aan beide kanten van de taalgrens populair. Een echte Brusselaar is een van oorsprong Vlaamstalige volksmens, die beter Frans dan Nederlands spreekt, en beide vloeiend door mekaar mengt.
Zo heeft hij lang voor zijn mediatieke hoogtepunt zijn volkse aard en unitair belgicistische ingesteldheid kort en krachtig verwoord in de volgende boutade: "Je suis bilingue dans les deux langues." Duidelijker kan een Brusselaar niet zijn als het op politiek gewin aankomt.
In de reeks Vandaag van Bruna heb ik het nummer 14 te pakken gekregen, speciaal gewijd aan Vlaanderen, hoewel Vandaag een jaarlijks weerkerend fenomeen was dat zowel de Nederlandse als de Vlaamse literatuur belichtte, en aan auteurs van beide zijden van de grens kans gaf nieuw werk aan de wereld voor te stellen. Een jaar of maximaal twee jaar geleden heb ik van die reeks de nummers 11 en 12, als mijn geheugen me niet in de steek laat tenminste, aangeschaft. De reden waarom hier een volkomen Vlaams nummer werd samengesteld was er een waarbij rechtstreeks uit de interne keuken van Bruna dampen opstegen die eind jaren zestig, begin jaren zeventig de uitgeverij geen goed gedaan hebben. Een project over Liefdesbrieven werd afgevoerd nog voor het kon gerealiseerd worden, gewoon omdat men geen Vandaag kon gevuld krijgen met literaire produkten terzake, want men vond eenvoudigweg niet voldoende brieven die uit de pen van Vlaamse en Nederlandse auteurs gevloeid waren. Toen daarbij nog het vertrek van een Nederlands redacteur zorgde voor een malaise in de toevoer van kopij, werd manhaftig besloten een zuiver Vlaamse versie van Vandaag naar voor te schuiven, en Frans de Bruyn en Fernand Auwera kregen de opdracht de klus te klaren.
Werk van onder vele anderen René Gysen, Paul van Herck, Wannes Van de Velde, Daniël Robberechts, Paul de Wispelaere, Piet Sterckx, Gust Gils, Bert Verhoye en Marcel van Maele werd voor de leeuwen geworpen. Daar haal ik er één enkel uit, om de geest van destijds terug boven te halen.
In "Een zwangerschap van tien maanden" van Laurent Veydt komt een Interludium voor, dat het vernoemen echt waard is. De Belgische politiek sinds 1830 werd gedomineerd door de drie grote families, die ook elders in Europa onder lichtjes andere partijpolitieke namen de lakens utdeelden: de Katholieken, de Liberalen en de Socialisten. Al de rest speelde behalve bij speciale gelegenheden over het algemeen een bijrol. En de auteur gaat aan het spelen: als Belg en als auteur moet je dat dan met de taal doen, en hij maakt woordenmoes van deze drie strekkingen:
katolisten, sosiaralen en libelieken.
kasialieken, de libelisten en sotoralen.
kasialisten, sobelieken en litoralen.
kabelisten, sotoralen en lisialieken.
kaberalen, sotolieken en lisialisten. Enzoverder. Misschien vijftig varianten lang. En ook andere begrippen zoals Walen Vlamingen en Brusselaars worden verhakseld zoals een vakbekwame slager filet d'Anvers maakt.
Hoe ver je moet nadenken, om een ogenschijnlijk niemendalletje op zijn waarde te schatten, wordt bewezen door dit interludium dat echt veel meer is dan een banaal woordspelletje. Het vereiste dan ook een uiterst vakkundig gekozen motto, geplaatst boven zijn Belgisch politiek hakwerk: Je suis bilingue dans les deux langues (Vanden Boeynants).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten