Pagina's

ALS JE DE DUIVEL WILT BESTRIJDEN, MOET JE ZIJN BOEKEN LEZEN

danny.bloemenhof@gmail.com

woensdag 10 juni 2009

Sabbe, Julius, Maurits, Herman.

Een vader en twee zonen, waarvan één op jonge leeftijd gestorven is. Over het leven en werk van Maurits, de auteur (Brugge, 9 februari 1873, Antwerpen, 12 februari 1938) heeft Louis Jacobs op zijn zeer door mij op prijs gestelde website een behoorlijke beschrijving van leven en werk gezet. Wie meer wil weten moet maar zoeken, Tante Google geeft met plezier haar geheimen prijs.

De vader is veel onbekender en is naast een auteur ook een liberaal voorman uit het Brugse geweest. De jonggestorven zoon Herman heeft, blijkens meerdere commentaren, nooit de kans gehad zijn kennis en kunde ten volle tot uiting te brengen. Enkel Maurits heeft in een betrekkelijk kort leven de kans gekregen zijn literaire gaven tot volle bloei te laten komen. In tegenstelling daarmee heeft Julius wel groot en mooi werk afgeleverd, doch zijn veelvuldige activiteiten op politiek, sociaal en kultureel vlak stonden een literaire productie die proportioneel was met zijn talent, in de weg. Toch wordt de vergelijking met Emmanuel Hiel in zijn voordeel beslecht!

Ter gelegenheid van zijn zestigste verjaardag werd op 5 februari 1933 in het Koninklijk Kunstverbond te Antwerpen een huldebetoon opgezet, en het boek, een monografie die over de grenzen van het literaire werk van de auteur heen ook vader en broer een gepaste plaats gaf, ligt hier naast me. Het is prachtig van opzet. Buiten tekst zijn talloze hoogstinteressante foto's van de schrijver en van de Brugse monumenten, straten en huizen, die hij in zijn werk betrokken heeft, opgenomen. Lode Monteyne heeft met de "Sabbe's" een uitzonderlijk interessant werk geschreven, dat door meerdere aspecten ook nu nog uitnodigt tot inkijken en opzoeken. De foto's zijn schitterend, de lijst van intekenaars is hoogst belangwekkend, maar ook het eere-comité, het beschermings-comité en het uitvoerend comité bevatten namen die er niet om liegen: de viering en deze uitgave werden als een belangrijk evenement aanzien.

Dat alles is ingebonden in een lijvig boek, waarvan 5 luxe-exemplaren (genummerd 1 tot 5 en gesigneerd) en 35 exemplaren op zwaar simili-Japans papier (genummerd van 6 tot 40 en gesigneerd), evenals 760 exemplaren genummer van 41 tot 800) uitgegeven werden door drukker-uitgever V. Resseler. Ik bezit hierbij het nummer 625.

Rekening houdend met het feit dat er een lijst van om en bij de 650 intekenaars aan het boek is toegevoegd, er 11 leden in het eere-comité zetelden, het beschermings-comité 71 namen telt en het uitvoerend comité 9 namen, komen we bij deze aan 740 namen. Sommige zijn dubbel geteld als inschrijver en lid van één van de comité's. Maar de som ervan komt verdacht goed aan de 760 genummerde exemplaren. Er van uitgaand dat de leden van het eere-comité recht hadden op een betere versie van het werk, en dat sommige personaliteiten en familieleden van de Sabbe's eveneens die eer kregen, is de oplage haast zeker voorbestemd geweest voor deze uiterst selecte groep van namen.

Mijn exemplaar komt uit een privé-bibliotheek: een etiquette op het voorplat vertoont het nummer 1455, nummer dat op het titelblad nogmaals herhaald is in potlood, en daarenboven in het groot nog eens overschreven is in inkt en kan aldus met redelijke zekerheid toegewezen worden aan één van de namen op de genoemde lijsten. Mag ik nog eens trots zijn op een fortuinlijke aankoop?

Hoewel dus Maurits Sabbe het lijdend voorwerp van deze viering was, en dus ook van dit boek, waarvan één van de inschrijvers niemand minder dan Stijn Streuvels was, die bij dergelijke gelegenheden kort en goed zijn kat durfde sturen (aha, zou zijn exemplaar van dit boek nog te zien zijn in zijn bibliotheek in het Lijsternest?), is een mooi deel van het boek aan vader Julius gewijd. En daarin staan net die dingen die ik zo graag uitzoek. Ze liggen hier voor het rapen: zijn bewondering voor Gezelle, die hij ongetwijfeld al brevierend over Brugges vesten zal ontmoet hebben, de plaatsing tussen zijn tijdgenoten, zoals Hugo Verriest, Eugène Van Oye, Emmanuel Hiel, de gezusters Loveling, Julius de Geyter en hun aankomende generatie zoals Albrecht Rodenbach, Pol de Mont, Arnold Sauwen en Prosper Van Langendonck, hij heeft ze allen gekend.

Als Julius Sabbe dan al niet Vlaanderens bekendste dichter werd, hij werd wel op prijs gesteld, en enig werk van hem, (de grote oratorio's "De Meermin" en "Klokke Roeland" kregen prijzen!) werd opgenomen in de bloemlezing uit de Vlaamsche Poëzie van Coopman en de la Montagne in 1880. Evengoed was het meerendeel van hetgeen hij gedicht heeft nooit in gedrukte vorm verschenen, en het is slechts zijn zoon Maurits die zijn werk gebundeld heeft in "Mijn Brugge", terwijl nog veel later ander onverschenen werk in "Tijdschrift van het Willemsfonds", "Den Vlaamschen Gids" en "Onzen Stam" voor het eerst verscheen. Vele van zijn gedichten heeft hij ook eerst voorgedragen, maar pas jaren later op zuivere herinnering genoteerd. Een uitzonderlijk fenomeen. Probeer maar eens een tekst te herschrijven van iets dat je in gedachten hebt, maar nooit genoteerd.

Zo ook met deze bijdrage: de tijd ontbreekt me om verder te gaan, en dus laat ik dit maar verder onbeschreven. Julius zal er alle begrip voor hebben.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten